BREEAM-NL wordt belangrijker instrument in ESG-dienstverlening
Consultants aan het woord
Robbin Smeets CBRE
Pascal Rokebrand Cushman & Wakefield
Hil Bos Colliers Occupier Services
Hoe nemen consultants die actief zijn in de vastgoedsector BREEAM-NL mee in hun services en adviezen? Dat is de hoofdvraag tijdens een rondetafelgesprek met Robbin Smeets (CBRE), Pascal Rokebrand (Cushman & Wakefield) en Hil Bos (Colliers Occupier Services). Tijdens het gesprek blijkt al snel dat BREEAM-NL niet alleen fungeert als een certificeringssysteem, maar dat het langzaam evolueert naar een belangrijk instrument in de ESG-dienstverlening.
Duurzaamheid en ESG (Environmental, Social, en Governance) spelen in de bouw- en vastgoedsector een steeds centralere rol. “Wij krijgen hier inderdaad steeds vaker vragen over”, knikt lead sustainability Pascal Rokebrand. “Ons advies op maat varieert van strategische begeleiding op EU Taxonomie-niveau en Governance tot concrete uitvoeringsmaatregelen op het gebied van duurzaamheid en milieu. Sommige klanten richten zich meer op de energetische kant (Paris Proof), anderen vinden BREEAM-NL juist heel belangrijk." Environmental dek je met BREEAM-NL behoorlijk af Volgens senior huisvestingsconsultant Hil Bos wordt het verduurzamen van de gebouwde omgeving versneld door de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). “Bedrijven met een omzet van meer dan 20 miljoen euro worden verplicht te rapporteren en moeten dus serieus nadenken over de sociale en milieu-impact van hun activiteiten. BREEAM-NL wordt hier - zoals Rokebrand zegt - gezien als een instrument dat bijdraagt aan het voldoen aan deze eisen. De E van Environmental dek je met BREEAM-NL heel behoorlijk af.”
Om duurzaamheid en ESG een plekje te geven bij hun opdrachtgevers heeft CBRE duurzaamheid ingebed in de dagelijkse werkzaamheden, vertelt senior consultant Robbin Smeets. “Ook bij collega's wiens taken niet direct met duurzaamheid te maken hebben. Wij merken onder meer dat de focus in transacties verschuift van louter BREEAM-NL naar bredere vragen, zoals het opnemen van gebouwen in de EU Taxonomie, in welk type fondsen deze kunnen worden opgenomen onder de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR), wanneer het stranding jaar is conform CRREM, en welke fysieke klimaatrisico’s relevant zijn. We zijn ooit begonnen met het certificeren van duurzaamheid, maar nu is het een integraal onderdeel van onze ESG-dienstverlening." De effecten van een BREEAM-NL certificaat De discussie gaat verder richting de effecten van een BREEAM-NL certificaat, zoals snellere verhuur, hogere verkoopprijzen, gezondere medewerkers en lagere exploitatiekosten. Volgens Rokebrand vragen huurders steeds meer naar duurzaamheidscertificaten. "Met BREEAM-NL creëer je niet alleen gezondere gebouwen, maar je kunt ook een hogere verhuurprijs vragen. Huurders zijn namelijk bereid meer te betalen voor een gezonder binnenklimaat," aldus Rokebrand.
BREEAM-NL biedt een brede kijk op duurzaamheid, knikt Bos. “Naast energie zijn er nog vele andere relevante categorieën. Ik denk dat we daar veel meer aandacht voor moeten vragen vanuit ons vakgebied. BREEAM-NL geeft invulling aan circulariteit, biodiversiteit en gezondheid. Terwijl het traditionele denken vaak is gericht op meetbare opbrengsten, waarbij energie en CO₂ prominent naar voren komen.”
De consultants zijn het erover eens dat BREEAM-NL certificaten meerwaarde creëren, waarbij een hoge classificatie ook nog kan bijdragen aan het behalen van subsidies. Het hebben van een certificaat wordt zelfs steeds meer als een vereiste beschouwd, en het ontbreken ervan kan leiden tot prijsverlagingen.
BREEAM-NL is een tegengif voor greenwashing. Met een paar elektrische laadpalen en een groene wand ben je er nog niet
De toekomst Tijdens het rondetafelgesprek wordt ook de toekomst van BREEAM-NL besproken. De aanwezigen pleiten allemaal voor vereenvoudiging van de In-Use certificeringsprocedure. Bos: “Er is een nieuwe versie van het duurzaamheidskeurmerk voor BREEAM-NL In-Use, en daar ligt de lat weer wat hoger dan voorheen. Dat is natuurlijk goed, want de ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid bieden hiertoe mogelijkheden. Voor bedrijven die nu een certificaat hebben zal dat soms betekenen dat ze bij een hercertificering een stapje terug moeten doen, dus bijvoorbeeld van ‘Very Good’ naar ‘Good’.” Smeets voegt hieraan toe dat de focus moet verschuiven naar werkelijke prestaties met bijzondere aandacht voor huurderstevredenheid.
De consultants zijn het er alle drie over eens dat duurzaamheid niet meer weg te denken is uit de markt, maar dat de mate van interesse varieert. Smeets: “Bij kantoren en logistiek is duurzaamheid onontkoombaar, maar bij investeringen in bijvoorbeeld de retail-, hotel- of residentiële sector lijkt de prikkel om te verduurzamen doorgaans kleiner.”
Bos reageert: “Bij kantoren en logistiek wordt duurzaamheidscertificering met BREEAM-NL veel toegepast om bijvoorbeeld bij aankoop van vastgoed een vergelijking tussen objecten te kunnen maken in verband met de duurzaamheidsprestatie van de gebouwen. Bij retail wordt BREEAM-NL In-Use ook steeds vaker ingezet door investeerders, en zijn er initiatieven om ook de (veelal kleine) huurders erbij te betrekken. Immers, op het moment dat zij hun inbouwpakket duurzaam inzetten, draagt dit bij aan een hogere BREEAM-NL score.”
Volgens Rokebrand gaat duurzaamheid ook in de logistieke sector een grotere rol spelen. "In die sector is er nog steeds geen EPC-verplichting, en dat is wel bijzonder. Maar zelfs daar groeit het bewustzijn.”
CSRD/SFDR rapportageverplichtingen Een ander onderwerp waarover wordt gesproken is de CSRD/SFDR rapportageverplichtingen. Volgens Rokebrand is de prestatie op ESG-gebied niet belangrijker geworden door de invoering ervan. “Het rapporteren op zich is heel vrijblijvend. Het is alleen maar een verplichting om te rapporteren; meer niet. Er staat geen penalty op als je niets doet aan ESG.”
Bos benadrukt dat dit in de toekomst wel belangrijk gaat worden, ook al staat het nu nog in de kinderschoenen. "Of je groen of donkergroen bent, zegt wel iets over de waarde van je portfolio en de aard van de investeerders," stelt hij. De consultants zijn het erover eens dat er in de toekomst inderdaad wel gehandhaafd zal worden. “Dus rapporteren en stappen zetten naar verduurzaming is zeker belangrijk.”
Omdat BREEAM-NL een raamwerk biedt dat aansluit op de EU Taxonomie en de CSRD-verplichtingen, kan het bedrijven helpen duurzaamheidscriteria te vertalen naar praktische richtlijnen. Volgens Bos gebeurt dat op dit moment al wel, en kan dit aan de CSRD-rapportage worden toegevoegd. “Als je bezig bent met BREEAM-NL kun je laten zien wat dat betekent voor de EU Taxonomie, en dat is natuurlijk een extra toegevoegde waarde. Dit zal helpen bij de rapportageverplichting.”
Huurders zijn namelijk bereid meer te betalen voor een gezonder binnenklimaat
BREEAM-NL als tegengif voor greenwashing Het belangrijkste doel van de CSRD en de EU Taxonomie is het bevorderen van duurzaamheid en transparantie in het Europese bedrijfsleven, maar ook het voorkomen van ‘greenwashing’ speelt een grote rol. Volgens Rokebrand is greenwashing wel degelijk aanwezig in het bedrijfsleven. “Het is bijvoorbeeld nog steeds mogelijk om hernieuwbare energie in te kopen zonder daadwerkelijk stappen te zetten richting duurzaamheid. Dit roept bij mij de vraag op of bepaalde inspanningen alleen maar oppervlakkig zijn en of de intrinsieke motivatie om echt te verduurzamen wel aanwezig is.”
Bos benadrukt de waarde van BREEAM-NL als een ‘tegengif’ voor greenwashing. “Het certificeringssysteem toont aan dat een gebouw daadwerkelijk duurzaam is. Ik wil bedrijven dan ook oproepen om BREEAM-NL hiervoor te gebruiken in plaats van een paar elektrische laadpalen voor je bedrijf te plaatsen en een mooie groene wand in de entree. Dat is leuk en aardig, maar daarmee bewijs je wat mij betreft niet dat je duurzaam bent. BREEAM-NL fungeert daarnaast als een instrument om kennis te vergaren en te benutten, dus het is zeker de moeite waard.”