Eerste leden College van Deskundigen blikken terug
Wat hoopten zij te bereiken en is dat gelukt?
Jeanet van Antwerpen
Lid namens INBO
“Ons doel was duidelijk: een BREEAM-NL keurmerk voor gebiedsontwikkeling. Op gebiedsniveau kun je veel duurzame impact maken. Als voorzitter van de adviesgroep BREEAM-NL Gebied dacht ik met goede en gemotiveerde deskundigen na over hoe wij het Engelse keurmerk voor gebiedsontwikkeling naar de Nederlandse situatie konden vertalen. Daarbij hielden we bijvoorbeeld rekening met nationale wet- en regelgeving en hoe partijen werken in de hele keten van gebiedsontwikkeling."
"Persoonlijk wilde ik twee dingen bereiken, die ook gelukt zijn. Ten eerste een gemeenschappelijke taal introduceren voor mensen die werken in duurzame gebiedsontwikkeling. Een taal die ruis en miscommunicatie reduceert, en verbindt om tot duurzame realisatie te komen. Ten tweede het borgen van duurzaamheidsambities door de categorie ‘management’ op te nemen. Te vaak zijn er mooie ambities in de planfase, die verdwijnen of afzwakken in het langdurige proces van gebiedsontwikkeling.”
Jan Maarten Elias
Lid namens VBI
“Ik ben zo’n 6 jaar lid van het College van Deskundigen en voorzitter van de adviesgroep BREEAM-NL Nieuwbouw en Renovatie geweest.”
“Rond 2010 was er geen duidelijke en geaccepteerde richtlijn voor duurzaam bouwen. Met BREEAM-NL hebben we in 2009 een nieuwe maatstaf voor Nederland ontwikkeld die ook direct internationaal erkend was. Tegelijkertijd ontstond er een nieuw woordenboek over duurzaam bouwen zodat iedereen dezelfde ‘taal’ ging spreken. Heel veel experts hebben vrijwillig bijgedragen aan de totstandkoming hiervan. Dit maakte DGBC op dat moment gelijk de grootste vrijwilligersorganisatie binnen het Nederlands vastgoed. Ik heb de adviesgroep BREEAM-NL Nieuwbouw een aantal jaar geleid om de feedback vanuit de markt direct te kunnen implementeren in een nieuwe versie van de beoordelingsrichtlijn. Later kwam daar ook Renovatie bij.”
“Met de steeds groter wordende financiële belangen is het College van Deskundigen opgezet om het proces en de inhoud beter te borgen. Daarmee hadden we een professionele organisatie om nieuwe schema’s zoals BREEAM-NL In-Use en BREEAM-NL Gebied goed in te bedden. Als voorzitter van de adviesgroep nam ik zitting in het College van Deskundigen. Zo hield ik het proces op hoofdlijnen in de gaten en kon ik met deze input weer terug naar de Adviesgroep om samen met DGBC de beoordelingsrichtlijnen steeds te verbeteren.”
“Deze fase was echt pionieren, snel schakelen, samenwerken, bouwen en de markt enthousiasmeren. Samen met vele anderen heb ik een fantastische tijd beleefd en ben ik nog steeds trots op het bouwsteentje dat ik heb mogen bijdragen.”
Hans Wamelink
Lid namens TU Delft
“Van 2010 tot begin 2017 was ik voorzitter van het College van Deskundigen. BREEAM-NL was net uit de startblokken en het formeel vaststellen en beheren van de beoordelingsrichtlijnen moest een professionele invulling krijgen. In deze beginfase was mijn belangrijkste taak om de bestaande adviesgroep, die het bestuur van DGBC adviseerde, te transformeren naar een College van Deskundigen dat onafhankelijk van het bestuur akkoord zou geven op de BREEAM-NL beoordelingsrichtlijnen. Tot op de dag van vandaag wordt deze werkwijze nog gebruikt.”
Marlon Huysmans
Lid namens OVG
“Nu kunnen we het ons niet zo goed meer voorstellen, maar 15 jaar geleden was de kennis over duurzaam bouwen nog zeer beperkt verspreid in de markt. Ik had de overtuiging dat BREEAM-NL hier versnelling in kon brengen en kennis kon bundelen. Niet alleen voor ontwerpers, ontwikkelaars en bouwers, maar ook voor opdrachtgevers. Ik ben blij dat duurzaam bouwen nu mede dankzij BREEAM-NL een marktstandaard is geworden. Toch wil ik ook iedereen blijven aanmoedigen om buiten dit soort raamwerken te blijven experimenteren en innoveren in duurzaam bouwen. We missen in de markt tegenwoordig soms gezamenlijk het lef om dat te doen.”
Hans Korbee
Lid namens RVO
“Bij de ontwikkeling van BREEAM-NL werd de Rijksoverheid buiten de deur gehouden, ik was de uitzondering. Wellicht was het mijn achtergrond, kennis en ervaring met onder meer de Groenregeling en de Taskforce verlichting en de NESK-tender; Naar Energie neutrale Scholen en Kantoren. Duurzaam Bouwen werd in die tijd heel voorzichtig mainstream. Maar wat was dat duurzaam bouwen en hoe meet je dat op een betrouwbare, navolgbare wijze?”
“De inventarisatie van methoden om de mate van duurzaamheid van gebouwen te meten die DHV voor me verrichte had een rijke oogst en vestigde de aandacht op BREEAM-NL met de mogelijkheid om deze methode toe te spitsen op de Nederlandse situatie. Met de Nederlandse wet- en regelgeving als basis ontstond de mogelijkheid om bovenwettelijke eisen te stellen en projecten objectief te beoordelen. Met dit gegeven heb ik me vanuit het College van Deskundigen 6 jaar mogen inzetten en is het me gelukt om BREEAM-NL in te zetten in de Groenregeling en de MIA.”
“10 jaar later werkte ik vanuit RVO aan de ontwikkeling van een circulaire bouweconomie. Binnen een jaar lukte het om met het transitieteam een definitie te formuleren. Het ontwikkelen van een meetmethode was een volgende stap. Omdat de ontwikkeling van wettelijke bepalingsmethoden veel tijd zou kosten, tijd die er volgens SER, PBL en vele anderen niet was, is ervoor gekozen om zo snel mogelijk kennis en ervaring op te doen aan de hand van niet-wettelijke methoden. BREEAM-NL en GPR Gebouw hebben beide een groot aantal gebruikers en zijn in mijn ogen sterk aanvullend. Bovendien blijken de betrokken onderzoekers heel goed te kunnen samenwerken. Zo heeft bijvoorbeeld het complexe begrip losmaakbaarheid in nauwe samenwerking nader vorm gekregen.”
“Op dit moment is de MPG 12 jaar na de introductie nog steeds een papieren tijger. Ook de nieuwe verantwoordelijke minister blijkt de kunst van het meestribbelen zeer goed te beheersen. In plaats van eindelijk door te pakken en een serieuze eis te stellen en daarmee innovaties aan te moedigen, trekt de minister nu het draagvlak voor de MPG in twijfel. De Duurzaamheidsoorlog [2014] van Thomas van Belzen lijkt daarmee met deze bewindsvrouw een nieuwe episode in te gaan. Ondertussen bestaan er voor het grootste deel van de utiliteitsbouw, namelijk gebouwen met een industriefunctie zoals logistiek vastgoed, nog steeds geen BENG-eisen, laat staan duurzaamheidseisen. Gelukkig is er zoiets als BREEAM-NL en hebben inmiddels bijna 1500 gebouwen met een industriefunctie een BREEAM-NL certificaat. Fijn om daaraan te hebben meegewerkt.”
Bert Ubachs
Lid namens Imtech
“Een steeds groter deel van de stichtingskosten van een utiliteitsgebouw gaat naar technologie. Het zijn kapitaalintensieve toepassingen die, met de juiste keuzes, uitgesmeerd over de totale levenscyclus van een gebouw tot een aanzienlijk gunstigere exploitatie leiden. Maar als landelijke technologische aannemer worstelden we al langere tijd met energiebesparingsmaatregelen, het verminderen van onze CO₂-uitstoot en milieu-impact, en verantwoorde keuzes maken voor duurzamer technisch installatiemateriaal in de utiliteitsbouw.”
“Vaak lukte het ons niet onze opdrachtgevers te doorgronden van onze technologische visie. Dat leidde tot verkeerde materiaalkeuzes en technologie, met als gevolg een slecht binnenklimaat in die betreffende gebouwen. En uiteindelijk kostbare hersteloperaties in de instandhoudingfase van het utiliteitsgebouw.”
"Tijdens PROVADA kwamen we in contact met DGBC die toen in oprichting was. Vervolgens trad Imtech toe als partner. Met de ontwikkeling van BREEAM-NL kregen we een tool om onze toekomstvisie op technologie zichtbaar, meetbaar en vergelijkbaar te maken. "
"Er werd destijds een breed scala aan duurzaamheidscriteria ontwikkeld, in de bestek- en aanbiedingsfase werden we er als installateur hoorndol van. Daarom was ons doel één methode te ontwikkelen die door een overgrote meerderheid werd geaccepteerd als de maatstaf. Ook wilden we overige criteria harmoniseren in BREEAM-NL."
Derk Welling
Lid namens Redevco
“Buiten Nederland had ik al ervaring met BREEAM en als eerste Nederlander volgde ik de training tot BREEAM Assessor bij BRE. Toen ik bij Redevco kwam werken, zat men nog op het spoor voor LEED certificering voor de winkelcentra in Turkije. Ik heb toen voorgesteld om BREEAM te selecteren, omdat BREEAM, anders dan LEED, toen beter aangepast kon worden aan de lokale omstandigheden. Samen met BRE hebben we toen een standaard voor Turkse winkelcentra ontwikkeld. Dit was een zogenaamd BREEAM Bespoke project. Ik voorzag dat we dit in ieder land in Europa zouden moeten gaan doen. In plaats van zelf de kosten te dragen, heb ik in ICSC verband voorgesteld om een BREEAM Europe Retail te ontwikkelen dat werd betaald door een groep van 12 ontwikkelaars van winkelvastgoed.”
“In Nederland was ik betrokken bij de ontwikkeling van een retailplint op de Zuidas. De gemeente Amsterdam had hiervoor een Engelse consultant ingeschakeld die de duurzaamheidseisen zou gaan opstellen. Toen heb ik voorgesteld om dit met BREEAM te doen, gegeven mijn ervaringen in andere landen. Projectbureau Zuidas wilde dat niet. Zo ontstond het idee om een soort BREEAM Bespoke voor Nederland te ontwikkelen. Wij wilden hiervoor niet alleen de kosten dragen en ik heb toen mede het initiatief genomen om DGBC op te richten, zodat de kosten voor een specifiek Nederlands BREEAM schema door de markt konden worden gedragen. Hieruit is DGBC ontstaan. Met de vorming van het formele bestuur, heeft Redevco uiteindelijk de voorzitter geleverd. Dat werd Jaap Gillis. Vervolgens nam ik zitting in het College van Deskundigen.”
“De ontwikkeling van BREEAM-NL was erop gericht om tot een gemeenschappelijke standaard te komen. Dat is redelijk gelukt. In het begin was er veel weerstand vanuit de ‘gevestigde orde’ in Nederland. BREEAM-NL werd afgedaan als een checklist. Ik denk dat iedereen inmiddels wel weet dat BREEAM-NL allesbehalve een checklist is.”