'Houd groen groen en benut dak'
Nederland ‘verdoost’. Steeds meer groen en akkerland wordt ingeruild om te bebouwen met logistieke gebouwen, zoals enorme distributiecentra. Panden van vaak meer dan 50.000 m2 en soms wel meer dan 100.000 m2. En allemaal hebben ze dezelfde eigenschappen, vaak maximaal 14 á 25 meter hoog en honderden meters breed en lang. En al die gebouwen hebben daardoor een overeenkomst: een enorm dakoppervlak.
Omwonenden, natuurbeheerders en landschapsspecialisten keren zich tegen de zogenoemde verdozing van Nederland. Het is vaak geen fraai uitzicht: eentonige wand van honderden meters waar voorheen bijvoorbeeld schapen tegen een beboste horizon stonden te grazen. Weids uitzicht ingeruild voor een blinde muur. Ondanks dat weinig aantrekkelijke vooruitzicht voor die omwonenden, zijn veel gemeenten meer dan geïnteresseerd om ‘groene’ grond te verkopen en ‘grijs’ te maken. Dat is te verklaren. Er valt veel geld te verdienen en het levert werkgelegenheid op. De logistieke sector is een zogenoemde Topsector en zit in de lift. Er is ontzettend veel vraag naar bouwgrond. Op de populaire locaties is nieuwbouwgrond zelfs al op en jagen investeerders en beleggers op het hergebruiken van zogenoemde ‘bruine’ grond, grond die alleen bestemd is voor bebouwing.
Veel vraag naar groene energie
Een trend die wij als DGBC ook zien in de sector voor duurzame energie. Er is enorm veel vraag naar groene, duurzame energie. Energie uit zonnepanelen en windmolens. Niet alleen particulieren investeren steeds meer in een zonnecollector op hun eigen dak. Investeerders en energiemaatschappijen zoeken naar grote lappen grond om zogenoemde zonneparken aan te leggen. Hectares land en soms zelfs water worden voorzien van zonnepanelen. In het hele land. Vlakbij Amsterdam zijn tientallen hectaren grond al bezet (Solarpark Groene Hoek), net als in vlakbij Vlissingen (zp Scaldia) in Zeeland en bij Nieuw-Dordrecht (zp Oranjepoort) in Drenthe. En in de buurt van Sappemeer in Groningen is er 117 hectare ingeruimd voor een zonnepark. Om een beeld te vormen: dat is vergelijkbaar met negentig (!) voetbalvelden.
Doos of veld?
Die zonneparken zijn dan wel geen dozen, er bestaat wel esthetische weerstand tegen de vele vierkante kilometers panelen op ‘groene’ grond. Die grond blijft op papier groen, maar in de werkelijkheid is er weinig groens aan te ontdekken. DGBC moedigt uiteraard de opwek van duurzame energie aan, maar ziet ook het gevaar dat die zonnepanelen te veel ‘groene’ grond innemen.
De verdozing van het landschap leidde al tot volle gemeenteraadszalen, protesten van natuurverenigingen, televisie-uitzendingen en krantenartikelen, Kamervragen en een uitgebreid rapport van het College van Rijksadviseurs.
Martin Mooij: "Laten we de daken meer benutten."
Dat college heeft kritisch naar de huidige ontwikkelingen gekeken en zegt: zoek eerst naar ruimte binnen bestaande bebouwde gebieden en stop met het uitgegeven van ‘groen’ land. Er moet volgens de adviseurs ruimte overblijven voor groen en akkerland.
Verpaneling van landschap
Voordat die Rijksadviseurs een soortgelijk onderzoek moeten doen naar de ‘verpaneling’ van het landschap, is er van nood een deugd te maken: installeer verplicht zonnepanelen op alle logistieke gebouwen. Daarmee krijgen die distributiecentra in ieder geval een extra, groene functie.
Daarvoor moet natuurlijk nog veel gebeuren. Wetgeving moet afdwingen dat nieuwbouw sterk genoeg is om een dak met zonnepanelen te installeren. Energie-infrastructuur moet worden verstevigd zodat het net niet overbelast raakt. En de SDE++-subsidie blijft nodig om ervoor te zorgen dat voor bestaande bouw een dak vol zonnepanelen te verwezenlijken is.
Het kan wel
Maar het kan wel. De gemeente Waalwijk laat zien dat er mogelijkheden zijn. De Noord-Brabantse stad ligt strategisch goed, logistiek gezien. De grond is populair en de gemeente heeft veel grond. Daardoor kan de gemeente eisen stellen bij de verkoop. Wil een koper bouwen, dan heeft de gemeente een duidelijke eis: de dakconstructie van nieuwbouw ‘dozen’ moet technisch geschikt zijn om vol te leggen met zonnepanelen. Want nu is de dakconstructie van distributiecentra soms te zwak om de zonnepanelen te dragen. De gemeente verkoopt de grond alleen aan de partijen die bereid zijn die belofte na te komen. Een regeling die veel lijkt op de MIA-subsidieregeling. Om kans te maken op die subsidie is een groen dak verplicht. Daarbovenop moet een bepaald percentage van het dak gereed zijn om zonnepanelen te installeren.
Inmiddels staat er volgens het College van Rijksadviseurs al 146.000.000 m2 aan L, XL en XXL-dozen in Nederland. Al die daken moeten voorzien worden van zonnepanelen. Een aanmoediging van de overheid door middel van een aantrekkelijke SDE++-subsidie blijft dan noodzakelijk. Grijs wordt dan iets groener en groen blijft ook echt groen.
Martin Mooij - programmamanager Paris Proof