Doelgroepen EU Taxonomie
De rapportageplicht van de EU Taxonomie beperkt zich niet alleen tot de financiële sectoren. Het merendeel van de bouw- en vastgoedpartijen zullen in aanraking komen met de EU Taxonomie. Dit komt doordat de partijen die een rapportageplicht hebben deels afhankelijk zijn van hun samenwerkingspartners in de keten. Een belegger bijvoorbeeld die onder de rapportageplicht valt en een nieuw gebouw wil aankopen, moet duurzaamheidseisen neerleggen bij de bouwer om aan de financiële groene spelregels van de EU Taxonomie te voldoen. Het is daarom ook in het belang van de aannemer en toeleverancier om zich te verdiepen in de EU Taxonomie. Een aannemer of toeleverancier die duurzaam georiënteerd is, is zo een interessantere samenwerkingspartner voor partijen die willen of moeten voldoen aan de EU Taxonomie.
De partijen die onder de rapportageplicht vallen, zijn;
- Partijen die vallen onder de Non-Financial Reporting Directive (NFRD). Dit zijn bedrijven met meer dan 500 medewerkers, die 20 miljoen euro op de balans hebben en met netto inkomsten van minimaal 40 miljoen euro én actief zijn in de EU.
- Partijen die vallen onder de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR). Hieronder vallen alleen de financiële marktpartijen die financiële producten in de EU aanbieden die over duurzame eigenschappen beschikken. Deze producten worden onder de SFDR geclassificeerd in artikel 8 (lichtgroen: duurzaamheidskenmerken worden gepromoot) en 9 (donkergroen: producten die duurzame beleggingen tot doel hebben).
- Partijen die vallen onder de Corporate Sustainable Reporting Directive (CSRD). Afhankelijk van de grootte van een organisatie geldt deze eis vanaf boekjaar 2024 (grote ondernemingen die nu al verplicht rapporteren op basis van het Besluit Bekendmaking Niet-Financiële informatie), boekjaar 2025 (alle grote ondernemingen), boekjaar 2026 (beursgenoteerde mkb-ondernemingen) of boekjaar 2027 (niet-Europese ondernemingen met > 150 miljoen euro). De CSRD verplicht om als verslaggevingsstelsel de European Sustainability Reporting Standards te gebruiken bij de duurzaamheidsrapportage.
Het staat partijen die niet onder de rapportageplicht vallen vrij om te rapporteren volgens de EU Taxonomie. Mochten bedrijven zo activiteiten uitvoeren die vallen onder de EU Taxonomie, dan kan een bedrijf vrijwillig aangeven of de activiteiten conform de EU Taxonomie worden uitgevoerd. Dit kunnen bedrijven gebruiken om te communiceren over de duurzaamheidsprestaties van het bedrijf.
Naast deze partijen, heeft de EU Taxonomie indirect gevolgen voor een bredere groep van partijen in de bouw- en vastgoedsector. Zie hieronder hoe de EU Taxonomie uitwerking heeft op verschillende type bedrijven en (overheid)organisaties in de bouw en financiële wereld doordat ze deel uitmaken van dezelfde keten.
Bouwbedrijven
Een aantal beursgenoteerde bouwbedrijven rapporteren reeds onder de NFRD en middelgrote bouwbedrijven zullen volgen onder de CSRD. Andere (kleinere) bouwbedrijven en gerelateerde bouwbedrijven moeten indirect als onderaannemer of toeleverancier een aandeel leveren in het transparant maken van hun duurzame bedrijfsprocessen doordat de opdrachtgever en/of een investeerder aan de EU Taxonomie moet of wil voldoen. Het in kaart brengen van de bedrijfsvoering en het bouwproces wordt daarom belangrijker. Een hoofdaannemer kan bijvoorbeeld aan zijn onderaannemer of toeleverancier vragen om bewijsmateriaal te leveren over de gebruikte bouwmaterialen. Voor aannemers en toeleveranciers zijn met name paragraaf 7.1 (Bouw van Nieuwe gebouwen) en paragraaf 7.2 (Renovatie van bestaande gebouwen) interessant om onder de loep te nemen.
Vastgoedfondsen
Voor beleggers in vastgoed geldt indirect hetzelfde als voor bouwbedrijven. Beleggers met vastgoedfondsen in de classificatie 8 of 9 zullen vanwege de SFDR-standaard onder de EU Taxonomie vallen. Pensioenfondsen en verzekeraars sporen vastgoedfondsen aan om te voldoen aan de EU Taxonomie, omdat zij alleen nog maar willen beleggen in duurzame fondsen. Naast paragraaf 7.1 en 7.2 is voor vastgoedbeleggers met name paragraaf 7.7 (Eigendom en Verwerving) van belang. Dit gaat onder andere ook in op het beheer en gebruik van het vastgoed. Voldoen aan de EU Taxonomie kan daarbij van belang om in aanmerking te komen voor groene financieringen of bij verkoop gezien de financiële meerwaarde van het vastgoed.
Projectontwikkelaars
Projectontwikkelaars krijgen vanuit investeerders de vraag of het gebouw na oplevering (van nieuwbouw of renovatie) voldoet aan de technische criteria uit de EU Taxonomie en bewijsmateriaal moeten aanleveren bij een bank bij de aanvraag van een groene financiering.
Banken
Banken die vallen onder de NFRD zijn rapportageplichtig en de financiële producten die zij leveren aan derden vallen tevens onder de SFDR (artikel 8 en 9), waardoor zij per definitie rapporteren volgens de EU Taxonomie. Zie bijvoorbeeld hier meer achtergrondinformatie over groene hypotheken die worden afgegeven voor woningen.
Leveranciers en producenten
De meeste leveranciers en producenten zijn (nog) niet rapportageplichtig, maar zijn wel een typische samenwerkingspartner in de bouw- en vastgoedketen – waar rapportageplichtige partijen afhankelijk van zijn. Met name paragrafen 7.3 t/m 7.6, die betrekking hebben op installaties, zullen indirect impact hebben op de leveranciers. Maar ook zoiets als Appendix C onder paragraaf 7.1 en 7.2, dat inzoomt op het gebruik en de aanwezigheid van chemische stoffen in de bouwproducten, vergt de inspanning van leveranciers en producenten om bewijsmateriaal aan te leveren. De bedrijfsvoering en het inkoopbeleid van leveranciers en producenten kan door rapportageplichtige partijen onder de loep worden genomen om te voldoen aan de EU Taxonomie. Producenten van energie-efficiënte installaties of bouwproducten komen hierdoor met hun eigen producten ook in aanmerking voor de EU Taxonomie (hoofdstuk 3 en 4). Zij kunnen hierdoor in de toekomst ook zelf verplicht worden om te rapporteren, om hiermee vervolgens in aanmerking te komen voor groene financiering. Ten slotte stelt de EU Taxonomie tevens technische criteria aan bijvoorbeeld het produceren van WKO’s, zonnepanelen of warmtepompen. Deze komen in andere hoofdstukken van de EU Taxonomie terug.
Gemeenten en overheidinstanties
De EU Taxonomie vergt ook inspanning op gebiedsniveau, wat consequenties heeft op de ruimtelijke ordening. Denk hierbij aan eisen voor een klimaatrisicobeoordeling en klimaatadaptatieplannen – met mitigerende maatregelen, maar ook aan ecologische eisen voor het herstel van de biodiversiteit. Zo stelt de EU Taxonomie dat er niet gebouwd mag worden op landbouw of akkerbouwgrond met matige tot hoge bodemvruchtbaarheid en ondergrondse biodiversiteit. Als vervolg hierop ligt er nu een wetsvoorstel bij de Europese Commissie om verstedelijking tegen te gaan en compensatie van de ingenomen natuur verplicht te stellen. Dit wetsvoorstel staat bekend als ‘No Net Land Take’ en heeft als doel tot 2050 de stedelijke uitbreiding geleidelijk terug te brengen naar nul. Voor gemeenten en andere overheidsinstanties is het van belang met dergelijke technische criteria en in aantocht zijnde wetgeving nu al rekening te houden, onder andere bij de uitgifte van bouwgrond en de uitgifte van groene subsidies.
Accountants
Accountants zijn diegenen waar de rapportageplichtige partijen aankloppen voor een controle op hun jaarverslagen waarin de EU Taxonomie is verwerkt. Op dit moment geven accountants in Nederland nog geen ‘assurance’ af over de EU Taxonomie, maar adviseren zij partijen op het gebied van de EU Taxonomie. Pas bij intrede van de CSRD over boekjaar 2024, zullen accountants ‘assurance’ moeten afgeven over de EU Taxonomie. Het is van groot belang dat accountants zich hierop voorbereiden en zich gaan verdiepen in de technische criteria.
De EU Taxonomie gaat dus niet alleen de partijen met rapportageplicht aan. Alle bedrijven en organisaties in de bouw- en vastgoedketen krijgen in min of meerdere mate er mee te maken – afhankelijk van de rol en positie die de organisatie vervult in deze keten. Het is daarom van belang voor partijen om hun bedrijfsvoering inzichtelijk te maken en een strategie voor verdere verduurzaming op te stellen, zodat de bedrijfsvoering aansluit op de groene spelregels vanuit de EU.