Inleiding en leeswijzer
De EU Taxonomie stelt aan de hand van een breed scala aan technische criteria vast of een ‘economische activiteit’, bijvoorbeeld het aankopen van een gebouw, een groene investering is. Diverse technische criteria uit de EU Taxonomie zijn echter multi-interpretabel, ze zijn vanuit een Europese blik opgesteld en creëren onduidelijkheid. Vanuit de sector is de behoefte ontstaan om meer duidelijkheid aan te brengen voor de Nederlandse bouw- en vastgoedmarkt, zodat de EU Taxonomie op een eenduidige manier wordt toegepast. Deze handreiking is hiervan het resultaat en is in samenwerking met de DGBC werkgroep EU Taxonomie opgesteld.
Inleiding
Europese Green Deal, NFRD, SFDR en CSRD
Hoe groen zijn economische activiteiten nu echt? Dat is de centrale vraag achter de EU Taxonomie die op 1 januari 2022 is ingegaan. De EU Taxonomie is een nieuw classificatiesysteem met groene spelregels vanuit Europa, die de volle breedte dekt van de economie. Het systeem komt voort uit de Europese Green Deal en heeft als doel kapitaal naar werkelijk duurzame activiteiten te laten stromen. Daarbij is het voor bedrijven en organisaties niet meer mogelijk om activiteiten ‘groen’ of ‘duurzaam’ te noemen, wanneer deze niet aan de duurzame spelregels van de EU Taxonomie voldoen. De Europese Commissie, initiatiefnemer van het classificatiesysteem, beoogd hiermee een gedragsverandering bij bedrijven en organisaties te realiseren door hun economische activiteiten werkelijk duurzaam en toekomstbestendig uit te voeren.
De EU Taxonomie is een instrument in de Europese Green Deal. Het einddoel van de Green Deal is het behalen van de Europese klimaatdoelen in 2050. Zo moet Europa in 2050 onder andere klimaatneutraal zijn. De Green Deal kan hierbij worden gezien als een kapstok van concrete maatregelen. Het ‘Fit for 55’-pakket omvat concrete voorstellen op het gebied van EU-wetgeving en -beleid, met als doel de CO₂-uitstoot met ten minste 55% voor 2030 terug te dringen. De doelen hierin worden richting 2030 en 2050 steeds ambitieuzer, wat hand in hand gaat met aanvullende normen en actieplannen.
De Europese Green Deal is geconcretiseerd in het Sustainable Finance Action Plan, dat een set aan regelgeving bevat om meer kapitaal naar groene investeringen te leiden. Eén van de Europese verordeningen die voortvloeit uit dit actieplan is de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR). Deze verordening is sinds 2021 van kracht en stelt financiële marktpartijen verplicht om informatie te verstrekken aan hun eindbeleggers over de effecten van hun beleggingsbeleid en -beslissingen aan de hand van milieu-, sociale en bestuurscriteria (ESG).
Eind 2022 is als aanvulling hierop de Corporate Sustainable Reporting Directive (CSRD) vastgesteld, die bedrijven vanaf 2024 verplicht stelt om te rapporteren over de impact van hun activiteiten op mens en milieu. Deze rapportagerichtlijn is een uitbreiding op de bestaande Europese richtlijn rondom duurzaamheidsverslaglegging, de Non-Financial Reporting Directive (NFRD). Niet alle bedrijven en organisaties zijn per direct rapportageplichtig, echter de scope van bedrijven en organisaties wordt stapsgewijs uitgebreid. Deze worden hieronder verder toegelicht.
De EU Taxonomie is in deze context een onderliggend classificatiesysteem die investeerders en bedrijven moeten aanhouden om aan te geven welke activiteiten wel en niet duurzaam zijn, uitgesplitst op een aantal klimaatdoelen. Dit systeem vormt de concrete, inhoudelijke basis van de NFRD, SFDR en CRSD en moet ertoe leiden dat de Europese klimaatdoelen in 2050 worden behaald.
Overzicht ESG-rapportages
Environmental, Social en Governance (ESG-) rapportages worden verplicht voor steeds meer bedrijven in Europa. Voor grote bedrijven en financiële marktpartijen gelden andere regels met een grote gemene deler. Aanvullend op de EU Taxonomie, moeten deze bedrijven gaan rapporteren over meer sociale en ecologische indicatoren uit de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) of de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR). Een groot verschil is dat de CSRD en SFDR enkel transparantie op ESG-indicatoren eisen, terwijl de EU Taxonomie ook specifieke grenswaarden stelt. Naast de minimum safeguards voor mensen- en arbeidsrechten, hebben de eisen uit de EU Taxonomie vooral betrekking op het milieu. De CSRD en SFDR bevatten juist meer sociale indicatoren. Tot slot is bij de CSRD ook het ‘dubbele materialiteitsprincipe’ een belangrijk onderdeel. In het Europese beleidsoverzicht lees je hier meer over.
Basis voor de handreiking
Deze handreiking is een levend document, waarbij de handreiking is gebaseerd op de hoofdstukken uit de formele ‘Delegated Acts’ die relevant voor de bouw- en vastgoedsector zijn (klimaatdoel (Annex) 1 en klimaatdoel (Annex) 2). De wettelijke, inhoudelijke grondslag is afkomstig uit de ‘Climate Delegated Act’ en bijbehorende Annexen die in 2021 zijn gepubliceerd. Daarnaast heeft de Europese Commissie in december 2022 een toelichting, de ‘Draft Commission Notice’, op de Climate Delegated Act gepubliceerd, ook wel bekend als de ‘FAQ’. Deze FAQ is niet wettelijk verankerd, maar kan wel onduidelijkheden wegnemen. De inhoudelijke gedachtegang van de FAQ is zoveel mogelijk meegenomen in het opstellen van deze handreiking. Echter zijn niet alle antwoorden uit de FAQ verwerkt en kunnen er afwijkingen plaatsvinden.
Welke partijen moeten rapporteren?
De partijen die moeten rapporteren over de EU Taxonomie zijn:
- Partijen die vallen onder de NFRD. Dit zijn bedrijven met meer dan 500 medewerkers, die 20 miljoen euro op de balans hebben en met netto inkomsten van minimaal 40 miljoen euro én actief zijn in de EU.
- Partijen die vallen onder de SFDR. Hieronder vallen alleen de financiële marktpartijen die financiële producten in de EU aanbieden die duurzame eigenschappen beschikken. Deze producten worden onder de SFDR geclassificeerd in artikel 8 (lichtgroen) en 9 (donkergroen).
- Partijen die vallen onder de CSRD. Afhankelijk van de grootte van een organisatie geldt deze eis vanaf boekjaar 2024 (grote ondernemingen die nu al verplicht rapporteren op basis van het Besluit Bekendmaking Niet-Financiële informatie), boekjaar 2025 (alle grote ondernemingen), boekjaar 2026 (beursgenoteerde mkb-ondernemingen) of boekjaar 2027 (niet-EU ondernemingen met > 150 miljoen euro). De CSRD verplicht om als verslaggevingsstelsel de European Sustainability Reporting Standards te gebruiken bij de duurzaamheidsrapportage.
Partijen zijn niet verplicht volledig te voldoen aan de EU Taxonomie. Zij hebben enkel een verplichting als het gaat om transparantie leveren over hun duurzaamheidsprestaties - ofwel in een jaarverslag ofwel als financiële bijsluiter). De rapportage moet het percentage laten zien van de omzet uit economische activiteiten die voldoen aan de EU Taxonomie en de percentages CapEx (investeringen) en OpEx (uitgaven) die voldoen aan de EU Taxonomie.
Waarom voldoen aan de EU Taxonomie?
Voor een investeerder of een bedrijf kan het naast intrinsieke motivatie ook vanuit bedrijfseconomisch opzicht interessant zijn om te voldoen aan de EU Taxonomie.
- Om in aanmerking te komen voor groene financieringsvormen.
- Om bekend te staan als een groen bedrijf.
- Om bekend te staan als onderdeel van een groen fonds/investering.
- Om je voor te bereiden op toekomstige behoeften en vragen in de markt. Parallel vragen steeds meer aandeelhouders, beleggers en toezichthouders naar het ESG-beleid van investeerders en bedrijven. Door te voldoen aan de EU Taxonomie, kan je je als bedrijf onderscheiden in de markt.
Tijdlijn
Leeswijzer
Deze handreiking voor de bouw- en vastgoedsector is een levend document, waarbij deze zich toespitst op de klimaatdoelen relevant voor de bouw- en vastgoedsector - klimaatdoel 1 (Mitigatie), klimaatdoel 2 (Adaptatie) en klimaatdoel 4 (Circulariteit).
1. Mitigatie van klimaatverandering
2. Adaptatie aan klimaatverandering
3. Duurzaam gebruik en bescherming van water en mariene hulpbronnen
4. Transitie naar een circulaire economie
5. Voorkomen van verontreiniging
6. Bescherming en herstel van ecosystemen
Deze handreiking richt zich zowel op de technische screeningcriteria om een significante bijdrage aan het klimaatdoel te leveren, als de van toepassing zijnde Do No Significant Harm (DNSH)-criteria voor de overige klimaatdoelen. En wordt tenslotte afgesloten met de verplichte Minimum Safeguards.
De economische activiteiten voor de bouw- en vastgoedsector waarover gerapporteerd kan worden zijn:
7.1 Bouw van nieuwe gebouwen
7.2 Renovatie van bestaande gebouwen
7.3 Installatie, onderhoud en reparatie van energie-efficiënte uitrusting
7.4 Installatie, onderhoud en reparatie van oplaadstations voor elektrische voertuigen in gebouwen (en parkeerplaatsen verbonden aan gebouwen)
7.5 Installatie, onderhoud en reparatie van instrumenten en apparaten voor het meten, regelen en controleren van de energieprestaties van gebouwen
7.6 Installatie, onderhoud en reparatie van technologieën op het gebied van hernieuwbare energie
7.7 Eigendom en verwerving van gebouwen
Deze handreiking heeft een apart tabblad voor de verschillende economische activiteiten (7.1 t/m 7.7), afhankelijk waar binnen een organisatie opereert. In elk tabblad is daarbij een onderscheid gemaakt tussen klimaatdoel (Annex) 1, klimaatdoel (Annex) 2 en klimaatdoel (Annex) 4. Een organisatie kan ervoor kiezen om aan één, twee of allen een Substantiële Bijdrage te leveren. Voor de Substantiële Bijdrage zijn technische screeningcriteria opgenomen in het tabblad. Daarnaast is er ook een doorverwijzing naar een apart blad voor de specifieke Do No Significant Harm-criteria, waar een organisatie minimaal aan moet voldoen om in lijn te zijn met de EU Taxonomie. Dit geldt tevens voor de Minimum Safeguards, waar een doorverwijzing naar een apart blad voor is opgenomen.
Samengevat gelden voor de economische activiteiten de onderstaande eisen;
- De activiteit moet een Significante Bijdrage leveren aan tenminste één klimaatdoel.
- De activiteit mag geen ernstige (klimaat)schade veroorzaken aan de andere vijf klimaatdoelen. De eisen zijn hiervoor opgenomen in ‘Do No Significant Harm’ (DNSH) criteria
- De activiteit moet voldoen aan zogenoemde ‘Minimum Safeguards’. Deze hebben o.a. betrekking op de bescherming van mensen- en arbeidsrechten.
Wanneer een economische activiteit op één van deze eisen tekortschiet, voldoet de volledige activiteit niet aan de EU Taxonomie en kan deze niet worden vastgelegd als ‘duurzaam’.
DGBC hanteert in deze handreiking voor een beperkt aantal criteria het principe van ‘Best Practices’. Voor deze criteria is de beschikbare data in Nederland (en daarbuiten) nog niet toereikend om 100% te voldoen aan de technische criteria van de EU Taxonomie, maar is er wel genoeg voorhanden om te voldoen aan het doel van de EU Taxonomie. In dat geval wordt een ‘Best Practice’ voorgeschreven in deze handreiking, waarmee een organisatie maximale transparantie toont om het doel van de EU Taxonomie te borgen.
Overzicht scope
In onderstaande tabel is per activiteit te zien voor welke klimaatdoelen criteria zijn opgenomen als het gaat om de Substantiële Bijdrage en Do No Significant Harm. Zo kan voor nieuwbouw (7.1 en 7.2) een Substantiële Bijdrage worden geleverd aan Klimaatdoel 1, 2 en 4, en gelden er Do No Significant Harm criteria voor de overige klimaatdoelen. Wees ervan bewust dat per activiteit aanvullend voldaan moet worden aan generieke minimum safeguards.