Ecoloog Louise Vet over biodiversiteit in de stad
“De natuur is heel eager, die staat te springen”
Het leven is afhankelijk van diversiteit
Dit wordt een positief verhaal. Van hoogleraar ecologie Louise Vet. Die zich steeds nadrukkelijker roert in de bouw- en vastgoedsector. En zo probeert het belang van biodiversiteit in stedelijk gebied tussen de oren te krijgen. Louise Vet is goed onderweg. Ze nam deel aan de Dutch Green Building Week. Ze is juryvoorzitter van de Nederlandse Bouwprijs. En ze werft meer en meer bouwpartners voor haar Deltaplan Biodiversiteitsherstel. Dus nou en of dat er in Nederland natuurinclusief gebouwd gaat worden!
Een positief verhaal. We gaan het dus niet hebben over de stikstofproblematiek die Nederland in ‘een wurggreep houdt’. Dat Nederland, door die stikstofproductie, met name in de agrarische sector, verandert in bramen- en brandnetelland. Arme grond… Grasfalt, noemt Vet het. We hebben het ook niet over de insecten, waarvan het aantal soorten in de afgelopen 30 jaar met 75% is afgenomen. Of de vogelstand, ook erbarmelijk: “We horen de vogels niet meer in het landelijk gebied.” En het geldt niet alleen op het platteland. Ook in steden zijn dalende lijnen te zien. “Zo kan het niet langer, vindt Vet. “We zijn wel minder hard gaan rijden, maar er moet veel meer gebeuren natuurlijk.” Diversiteit maakt robuust Het punt volgens de voormalig directeur van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW): “We nemen de grond niet serieus. We bedekken ‘m, leggen er asfalt op, stenen. We bouwen lekker door. En waar er dan nog een plekje groen is, daar willen we het netjes houden, lekker kort, strak gemaaid.” Louise Vet vindt dat we moeten handelen zoals het ecologisch systeem werkt: in kringlopen. Met voldoende diversiteit. “Het leven is afhankelijk van diversiteit. Dat maakt het ecologisch systeem ook zo robuust”, stelt Louise Vet. “Een boer met één gewas, een bos met één soort boom, een ondernemer met één grote klant. Eén plaag, één schimmel, één tegenvallende beslissing en je bent gezien!” Klimaatverandering en biodiversiteit Klimaatverandering zit inmiddels wel tussen de oren, bij de meeste mensen tenminste, ziet de hoogleraar. “Maar dat we de biodiversiteit aan het vernietigen zijn, dat is een veel grotere wal die het schip gaat keren. Klimaatverandering is het gevolg van verkeerd omgaan met onze aardbol.”
Als je ergens gaat bouwen, niet alles platgooien en dichtmaken. En daarna een paar lullige boompjes in de grond prikken
Deltaplan Biodiversiteitsherstel Niet voor niets initieerde ze vanuit de wetenschap het Deltaplan Biodiversiteitsherstel, waarmee ze aandacht vraagt voor dit maatschappelijk probleem. Ze betrekt er zo veel mogelijk partijen bij; boeren, wetenschappers, banken, natuurorganisaties, agroketen, retail, burgemeesters hangen aan de lijn, en dus in toenemende mate ook de bouw- en vastgoedsector. “We willen toch allemaal een mooi Nederland?” Het wordt een positief verhaal Het wordt een positief verhaal. En de stad kan hierin een belangrijke rol spelen. De dichtbebouwde omgeving, die volgens Vet, ondanks de ook hier dalende trend, een refugium aan het worden is voor planten en dieren, juist omdat er op het boerenland steeds minder te beleven valt. In die stedelijke gebouwde omgeving ziet Vet al mooie dingen gebeuren. Op verschillende gebieden.
Vanuit verschillende perspectieven bekeken “Bij architecten is dat groendenken ontzettend hot op het moment. Met bomen op het dak, met watercirculatiesystemen, met groene gevels, slimme afwatering, noem maar op. Voorloper architecten denken al helemaal op deze manier”, vertelt Vet. Dat is de ontwerpende kant van het positieve verhaal. “Wat ook mooi is, is dat de financiële sector steeds meer naar biodiversiteit gaat kijken bij hun risicoanalyse. Bedrijven die biodiversiteit vernietigen, lopen financierings- en reputatierisico’s en worden stranded assets. Ik voorspel dat dit ook door gaat werken in de vastgoedsector, dat biodiversiteitherstel wordt meegenomen in de voorwaarden voor financiering. Kijk, dan wordt het aantrekkelijk om erin te investeren.” De derde kant van het verhaal is de rechtsprekende. Vet noemt het initiatief ‘Stop Ecocide’. “Als ecocide, net als genocide, in het internationale stafrecht komt, wordt een ceo persoonlijk aansprakelijk voor wat hij de natuur aandoet met zijn of haar bedrijf.” Dat gaat verder dan de rechtszaken tegen multinationals die we nu al zien, denk aan de Shell-case. En dan de vierde kant, de politiek. “De voortgang die we boeken met ons deltaplan is het resultaat van jarenlang lobbyen. Het is moeilijk hoor, het is zelfs een rotwoord, biodiversiteit, je krijgt het haast je mond niet uit. Maar we zijn bekend in alle lagen van de overheid en ik heb nauw contact met verschillende ministeries en politici.”
Bouw- en vastgoedsector meekrijgen De afgelopen jaren is Louise Vet bezig ook de bouw- en vastgoedsector bewust te maken van het thema biodiversiteitsherstel. Ze voegt de sectoren graag toe aan het steeds rijker wordende netwerk van partijen die de biodiversiteit in Nederland willen versterken. Ook haar missiewerk in deze sectoren is niet zonder hordes. “Regelmatig moet ik nog zeggen: duurzaam bouwen is niet alleen maar een beetje leuk energetisch wat beter presteren.” Zorgen voor meer biodiversiteit dan je er aantreft Hoe je dan wel aan de slag moet met biodiversiteit toonde zij aan toen ze als directeur van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) opdracht gaf voor de nieuwbouw van het onderzoeksinstituut in Wageningen. Vet was, op z’n zachts gezegd, niet de makkelijkste opdrachtgever. “We zijn aan de slag gegaan met het uitgangspunt; creëer meer biodiversiteit dan je er aantrof.” Daarbij moest het gebouw energetisch goed zijn. En zo veel mogelijk circulair. Dat is gelukt. Het gebouw won belangrijke bouwprijzen en is, sinds de oplevering in 2014, nog steeds een van de meest duurzame gebouwen in Nederland. En bovendien een prettige werkplek. Hoewel ze geen directeur meer is, nog even in de wij-vorm: “We hebben natuurlijke wallen gevlochten. We hebben een voedselbos. Een natuurlijke vijver, groene daken waar je op uitkijkt. Het is een heerlijke plek om te zijn.” Ga aan de slag met je dak Natuurlijk, geeft Louise Vet toe, het instituut in Wageningen is een uitzonderlijk toonbeeld van een natuurinclusief gebouw. Een levend experiment bijna. Maar Nederland telt talloze bedrijventerreinen met kantoren, kantoortjes en andere gebouwen waar de biodiversiteit ver te zoeken is. Met een zucht: “Bedrijventerreinen zijn zo armoedig, niet normaal.” De eerste tip van de hoogleraar is: ga aan de slag met je dak. “Die kunnen we zo makkelijk beleggen en groen maken. Het ‘tweede maaiveld’ wordt het ook wel eens genoemd. Groene daken kunnen zorgen voor meer biodiversiteit en betere wateropvang en afvoer. Doe dat gewoon. Het is een hele mooie kans.”
De natuur is heel eager Verder vindt Louise Vet dat ook op ‘het eerste maaiveld’ veel meer ruimte moet komen voor de natuur. “Als je ergens gaat bouwen, niet zomaar alles platgooien en dichtmaken. En daarna een paar lullige boompjes in de grond prikken. Let op: er leeft van alles!” Haal die stenen weg dus, en geef ruimte aan planten en dieren. Vet: “De natuur is heel eager, die staat te springen om er in te mogen.”
“Je moet wel goed nadenken over wat en hoe je het doet”, gaat Louise Vet verder. “Als jij alleen maar gecultiveerde en doorgeselecteerde mooie bloemen plant, zonder nectar, dan doet dat niets voor het herstel van de insecten in het gebied. Een tulp bijvoorbeeld, daar komt geen bij op af. Ga werken met een grote diversiteit aan echt inheemse planten. Iedere inheemse plantensoort is geassocieerd met een hele community aan inheemse insecten, waar dan ook weer vogels op af komen. Ons gemeenschappelijk beeld van wat mooi is, zal daarmee enigszins moeten verschuiven. “Die inheemse planten worden vaak voor onkruid versleten. Maar echt, een wilde korenbloem is ook mooi!”
Af van het netheidssyndroom Naast het verstarde schoonheidsideaal moeten we ook af van het typisch Nederlandse netheidssyndroom. Louise Vet: “We willen alles kort, recht en strak, maar dat is funest voor de natuur. De natuur houdt van afwisseling, rommelhoekjes, kleine nisjes, stapeltjes hout, heggen en hagen rondom open ruimtes. Oude gebouwtjes vol kieren en nissen, dat vonden vleermuizen heerlijk. Dat is rijkdom!” Rijkdom in nieuwe tools Gelukkig zijn er steeds meer attributen en tools, vleermuizenkasten, insectenhotels, slimme plantenbakken, groene dakconstructies, noem maar op, die natuurinclusief bouwen goed mogelijk maken, ziet de ecoloog. Ze besluit het positieve verhaal: “Bouwers, ontwikkelaars, gebouweigenaren, ze willen echt wel. Maar het is ver van hun bed. Er zijn veel partijen die er wél veel over weten. Ga ermee in gesprek. Haal er een ecologisch adviesbureau bij. Laat je inlichten. Het is goed, leuk, en het helpt echt!”
Over Louise Vet Louise Vet is bioloog en hoogleraar ecologie en is actief in verschillende organisaties die zich met energie, circulariteit en natuurherstel bezighouden. Ze is oprichter en voorzitter van de Stichting Deltaplan Biodiversiteitsherstel. Daarvoor was Vet directeur van het Nederland Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW). Tijdens Dutch Green Building Week was Louise Vet een van de sprekers. Meer informatie op de website van Samen voor Biodiversiteit.