Van Deltaplan naar Paris Proof
Terugblikken op de reis naar Parijs
Met de oprichting van Dutch Green Building Council (DGBC) was de doelstelling om één gemeenschappelijke taal te ontwikkelen voor verduurzaming. Met BREEAM-NL is dit gelukt, met de komst van het klimaatakkoord van Parijs in 2015 kwam hier een volgende doelstelling bij. Want hoe vertalen we de gestelde doelen naar een Paris Proof gebouwde omgeving in Nederland? Annemarie van Doorn, algemeen directeur DGBC, en Philip Blaauw, directeur-oprichter van INNAX, blikken terug op de reis naar Parijs.
Het was wereldnieuws: in 2015 op de Klimaatconferentie (COP15) in Parijs bereiken rijke én arme landen een akkoord voor het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen. De gemaakte afspraken, die vanaf 2020 in gingen, moeten de klimaatopwarming beperken tot 1,5 à 2 graden Celsius. Aanleiding voor DGBC om een groots verduurzamingsprogramma voor utiliteitsgebouwen en woningen te ontwikkelen. Van gemeenschappelijke taal naar actie
Annemarie van Doorn blikt terug: “Toen DGBC werd opgericht 15 jaar geleden waren we volop met BREEAM-NL bezig. Dit systeem zorgde voor een eenduidige taal voor duurzaamheid, maar dat was slechts de eerste stap. Want hoe kunnen we nog meer een grote impact maken op het klimaat? En hoe bereiken we meer partijen en zorgen we dat de transitie versnelt?”
Na wat overtuigen van het bestuur, stapte DGBC naar Ed Nijpels, toentertijd voorzitter van het Klimaatberaad, met het voorstel voor het destijds zo genoemde ‘Deltaplan Duurzame Renovatie’. Ze kan zich de ontmoeting nog goed herinneren: “Nadat we onze plannen hadden toegelicht was Ed Nijpels eerste vraag: ‘En waarom denkt u dat het u wel gaat lukken, mevrouw Van Doorn?’. Dat stookte het vuurtje nog meer, want wij waren overtuigd dat we samen met onze founding partners en groeiende achterban hiermee aan de slag konden.”
Centraal in het Deltaplan stond de vraag hoe de gebouwde omgeving, goed voor ruim een derde van het energiegebruik en bijna 40 procent van de CO₂-emissie in Nederland, aan de klimaatdoelstellingen van 2050 kan voldoen. Het Deltaplan Duurzame Renovatie werd voor het eerst gepresenteerd tijdens de Nationale Klimaattop in Rotterdam van oktober 2016. Vanuit de vastgoedsector en de overheid werd positief gereageerd en in 2017 is begonnen met de verdere uitwerking van het Deltaplan.
‘En waarom denkt u dat het u wel gaat lukken, mevrouw Van Doorn?’
Werkgroepen en concrete norm Philip Blaauw vult aan: “Dat betekende concreet het oprichten van werkgroepen voor de verschillende sectoren, zoals kantoren onder leiding van Jaap van Rhijn en zorg, waar ikzelf bij betrokken ben. Want ieder type vastgoed heeft weer een andere uitdaging dan de ander, dus het was goed om met partijen uit de sector zelf te praten over wat de wensen en obstakels waren.”
Er was vraag naar een concrete norm: één getal waarmee gerekend kon worden. DGBC heeft voor een benadering gekozen om vanuit de beschikbare hoeveelheid duurzame energie in Nederland in 2050 te berekenen hoeveel gebouwen mogen gebruiken. Dit is uitgedrukt in een maximaal verbruik in kWh/m². Voor kantoren is de eis eerst uitgerekend, namelijk 50 kWh/m² BVO (later bijgesteld naar 70 kWh/m² GO) per jaar. Philip: “Dit was een echte mijlpaal, een simpele en doeltreffende oplossing, want het werd in één klap duidelijk wat je moest doen.”
De Paris Proof-norm kreeg haar naam na een afspraak met Stefan van Uffelen, Daan van Vliet en Annemarie van Doorn. Ze vertelt: “Deze naam geeft concreet weer wat de doelstelling is. Het vaststellen van de norm is een belangrijke stap voor DGBC geweest, want zo zijn we veel meer in de samenleving komen te staan en verduurzaming laagdrempeliger gemaakt en binnen het bereik van partijen.”
Samenwerking tussen markt en overheid Een ander belangrijk moment voor Paris Proof is 2018, wanneer het Deltaplan met de Paris Proof-norm aan Diederik Samsom werd overhandigd, toentertijd voorzitter van de Klimaattafel Gebouwde Omgeving. Annemarie: “We waren als DGBC niet onderdeel van één van de vijf sectortafels die in het leven zijn geroepen bij het maken van het Klimaatakkoord. Door contact te zoeken met Diederik Samsom hebben we duidelijk kunnen maken hoeveel werk er al was verzet door DGBC en haar partners en dat het zonde was om het wiel opnieuw uit te vinden. Op deze manier hebben we de samenwerking met de overheid kunnen versterken en heeft Paris Proof als methode ook meer statuur gekregen.”
Philip vult aan: “Dit toont ook de kracht van DGBC. Juist door samenwerking te vinden in de markt kunnen we zo duidelijk maken aan de overheid wat er speelt en wat wij zelf al kunnen realiseren. Dit hebben we ook aangetoond met de ontwikkeling en het succes van het EnergieKompas.”
DGBC en TVVL ontwikkelde WEii (Werkelijke Energie intensiteit indicator), waarbij de score van een gebouw wordt berekend op basis van het werkelijke, gemeten energiegebruik en de gebruiksoppervlakte van het gebouw. De WEii wordt nu ook gebruikt in het DVU (Datastelsel Verduurzaming Utiliteit) en is hiermee de standaard in de markt om het werkelijk energiegebruik te monitoren en te benchmarken. Eerder werd de WEii al aangewezen voor de Portefeuille-aanpak van de Milieudiensten.
Paris Proof Commitment “Goede voorbeelden van marktinitiatieven die later door de overheid zijn omarmd,” vindt Philip. “Het laat zien dat DGBC met Paris Proof een andere rol heeft opgepakt in de markt en samen met alle partners op de goede weg zit om verduurzaming van de gebouwde omgeving te bevorderen. Dit mag een eclatant succes genoemd worden! Het is mooi om te zien dat het EnergieKompas en WEii zich dus steeds verder ontwikkelen en landen in de markt, met ook onlangs het uitreiken van de eerste WEii-certificaten. Dit laat zien dat Paris Proof echt haalbaar is.”
Annemarie van Doorn is ook trots op het aantal ondertekenaars van het Paris Proof Commitment dat afgelopen november gestegen is naar 114, meer dan 400 partners die zich hebben aangesloten bij DGBC en de verschillende routekaarten die samen met de markt zijn ontwikkeld om als leidraad te fungeren om te verduurzamen naar Paris Proof.
Aanjagen van de markt Toch hebben we Paris Proof nog niet bereikt. Philip: “Het is nog niet overal de standaard, we moeten blijven duwen en masseren in de markt om iedereen erbij te betrekken. De EU begint nu duidelijk op te treden, bepaalde energielabels worden nu ook verboden, maar is nog weinig handhaving. Dat zou beter moeten om te zorgen dat we echt iedereen meekrijgen, van gemiddelde kantooreigenaar tot school of zorginstelling.”
Hij ziet de toekomstige rol van DGBC vooral als een van aanjager. "De volgende stap in het realiseren van een Paris Proof gebouwde omgeving is het schaalbaar maken van de verduurzaming. Er zijn tekorten aan technici, goede projectleiders en, materialen. Hoe kunnen we met bijvoorbeeld intelligente software, grootschalige productielijnen, slimme energieconcepten en standaardisatie deze uitdaging het hoofd bieden? Hier ligt voor DGBC als aanjager een rol de komende jaren!"
Annemarie voegt hieraan toe: “Dat is ook de rol die we willen pakken. Alle instrumenten, methodes en kennis die we hebben ontwikkeld vanuit Paris Proof willen we naar de grote massa brengen. Door meer samen te werken met bijvoorbeeld brancheorganisaties die hun leden mee kunnen nemen. Maar ook gemeenten, MKB en kleinere beleggers. We willen goed begrijpen waar de behoefte ligt en zorgen dat verduurzaming voor iedereen toegankelijk is.”