European Trading Scheme richtlijn (ETS)
Beschrijving ETS
Een ETS (Emissiehandelssysteem) is een beleidsinstrument dat een plafond aan de uitstoot stelt. Deelnemers aan het ETS moeten hun uitstoot monitoren en rapporteren en bij de rapportage voor elke ton CO2 en andere broeikasgassen (in CO₂-equivalenten) een emissierecht overhandigen. Deze emissierechten kunnen worden verhandeld. Emissierechten moeten worden aangekocht op een veiling, of worden gratis verstrekt tot aan een bepaald maximum. Gratis verstrekking (allocatie) wordt wel toegepast bij bedrijven die last hebben van internationale concurrentie met bedrijven uit andere landen, waar minder of geen klimaatbeleid wordt gevoerd.
EU ETS. Bron: Nederlandse Emissie Autoriteit (2022)
Emissiehandelsystemen
Wereldwijd zijn er verschillende emissiehandelssystemen. Nederland doet, samen met nog 29 andere Europese landen, mee aan het Europese systeem voor emissiehandel: het European Union Emissions Trading System (EU ETS). Het EU ETS is het grootste emissiehandelssysteem ter wereld, met ongeveer 10.000 Europese bedrijven die samen verantwoordelijk zijn voor 45 procent van de CO₂-uitstoot in de EU.
EU ETS
In Nederland participeren ongeveer 400 bedrijven in het EU ETS. Deze deelname is verplicht: het gaat om de bedrijven die samen
verantwoordelijk zijn voor ongeveer de helft van de uitstoot in Nederland. Om te voorkomen dat bedrijven door deze verplichting hun productie verplaatsen naar buiten de EU en daar veel CO₂ uitstoten, krijgen ze in bepaalde gevallen een deel van hun emissierechten gratis.
Sectoren
De sectoren die vallen onder het huidige ETS-systeem bevatten elektriciteit en warmteopwekking, energie-intensieve industriële sectoren en luchtvaart binnen Europa.
Doelen EU
Elk jaar stelt de Europese Commissie vast hoeveel CO₂ de ETS-bedrijven mogen uitstoten. Deze hoeveelheid wordt elk jaar lager, zodat uiteindelijk de doelstelling voor 2030 wordt bereikt. Het aantal CO₂ dat uitgestoten mag worden is gelijk het aantal emissierechten dat dat jaar op de markt komt.
- In 2020 -21 procent CO₂-reductie door emissiehandel ten opzichte van 2005
- In 2030 -55 procent CO₂-reductie door emissiehandel ten opzichte van 2005
Voor de sectoren die onder het ETS-systeem vallen, betekent dit een CO₂-reductie door emissiehandel van 61 procent in 2030 ten opzichte van 2005. Concreet betekent dit dat het plafond met circa 43 miljoen ton CO₂ zal afnemen.
Status en planning
- EU ETS systeem in werking sinds 2005.
- Voorstel om de huidige sectoren uit te breiden met ook de scheepvaart.
- EU ETS systeem in werking, waarbij ieder jaar nieuwe emissierechten worden verhandeld. Het aantal emissierechten neemt ieder jaar met 2,2 procent af.
Doelgroepen
Eindgebruikers
De klant en uiteindelijke eindgebruiker maakt de afweging tussen het betalen van de hogere energieprijs en het nemen van emissie-reducerende maatregelen.
Leveranciers
Door het dalende emissieplafond wordt de CO₂-prijs hoger, wat zorgt voor een prikkel voor leveranciers en eindgebruikers om CO₂ te reduceren. Leveranciers zullen waar mogelijk emissie-reducerende maatregelen nemen. Uiteindelijk zullen ze de resulterende CO₂-kosten doorberekenen aan hun klanten via hogere energie- en brandstofprijzen.
De gebouwde omgeving
In de gebouwde omgeving kan het gaan om (extra) isolatie, minder verwarmen of overstappen op andere energiedragers.
Visie van en relatie met producten/programma’s DGBC
DGBC pleit voor sturing op het werkelijk energiegebruik. Voor een eenduidige meetmethodiek van het werkelijk energiegebruik is de Werkelijke Energie intensiteit indicator ontwikkeld. Deze methode geeft meteen inzicht in het energiegebruik van gebouwen en de afstand tot Paris Proof. Er ligt op het moment van schrijven nog geen duidelijke koppeling tussen het energieverbruik en energiedragers. De koppeling tussen energiegebruik en bijbehorende CO₂-uitstoot staat nog op de planning, maar zou een goede toevoeging zijn voor het bepalen van de doorbelaste CO₂.
Het huidige ETS-systeem heeft invloed op de (bouwmaterialen)industrie. Een hoge CO₂-prijs wordt in toenemende mate bepalend voor de keuze van materialen voor de bouwsector. Emissie intensieve bouwmaterialen, zoals beton en staal, zullen dus door dit mechanisme in toenemende mate duurder worden.
Emission Trading Scheme Buildings and Road Transport richtlijn (ETS BRT)
Beschrijving ETS BRT
De Europese Commissie wil het ETS-systeem uitbreiden naar de gebouwde omgeving en mobiliteitssector. Het idee is dat energieleveranciers de verplichting krijgen om emissierechten te kopen (upstreambenadering, oftewel terug in de keten) voor gas. Elektriciteit en warmteopwekking valt reeds onder het ETS-systeem.
Voor transport en de gebouwde omgeving wordt daartoe een apart ETS opgetuigd waarbij op termijn ook daadwerkelijk emissierechten komen te vervallen zodat de uitstoot van broeikasgassen verder wordt teruggedrongen.
Inkomsten uit dit apart ETS worden gebruikt voor het Social Climate Fund, het voorstel van de Europese Commissie om kwetsbare huishoudens te ondersteunen en emissiereducerende maatregelen te stimuleren in de transport en bouwsector.
Om versnelling aan te brengen in het verlagen van de CO₂-uitstoot op nationaal niveau, zou Nederland kunnen kiezen om een nationaal emissieplafond en emissiehandelssysteem in te voeren. Dit is een ‘cap en trade’ systeem, waarbij de Nederlandse overheid een plafond vaststelt voor de totale hoeveelheid broeikasgassen die jaarlijks wordt uitgestoten.
Zo werkt dit systeem op nationaal niveau hetzelfde als op het Europese ETS-systeem. CE Delft heeft de werking voor gebouwen en transport uiteengezet. Er zijn enkele voordelen voor een nationaal ETS-systeem:
- Een Europees ETS garandeert geen CO₂-besparing in Nederland als CO₂-besparing in andere landen tegen lagere kosten kan worden gerealiseerd.
- De invoering van het EU ETS-systeem kan waarschijnlijk nog lang duren en de lidstaten hebben minder autonomie over de randvoorwaarden en de besteding van de opbrengsten. Duitsland heeft begin 2021 een nationaal ETS-systeem ingevoerd en dit kan voor Nederland een voorbeeld zijn.
Doelen ETS BRT
- Het ETS BRT-systeem werkt toe naar een emissiereductie voor transport en de gebouwde omgeving van 45 procent in 2030 ten opzichte van 2005.
- Alle emissierechten worden geveild. Er worden geen gratis emissierechten weggegeven.
Status en planning
- Triloog start om tot de definitieve tekst te komen.
- De ‘gereguleerde entiteiten' (zoals energieleveranciers) zullen al vanaf 2025 emissierechten moeten krijgen voor 2024 en 2025.
- De verplichting tot inlevering van emissierechten geldt pas vanaf 2026.
Doelgroepen
Eindgebruikers
De klanten en uiteindelijk eindgebruiker maakt de afweging tussen het betalen van de hogere brandstofprijs en het nemen van emissie reducerende maatregelen.
De gebouwde omgeving
In de gebouwde omgeving kan het gaan om (extra) isolatie, minder verwarmen of overstappen op andere energiedragers.
Energieleveranciers
Visie van en relatie met producten/ programma’s van DGBC
Het CBAM-systeem heeft invloed op de (bouwmaterialen)industrie. Een hoge CO₂-prijs wordt in toenemende mate bepalend voor de keuze van materialen voor de bouwsector. Emissie intensieve bouwmaterialen, zoals beton en staal, zullen door dit mechanisme in toenemende mate duurder worden.
Effort Sharing Regulation verordening (ESR)
De Effort Sharing Regulation is in 2018 ingegaan en heeft gezorgd voor nationale doelstellingen voor emissiereductie van wegtransport, verwarming van gebouwen (gas), landbouw, kleine industriële installaties en afvalverwerking. Deze sectoren zaten tot nu toe niet in het ETS-systeem – en beslaan tot nu toe grofweg 60% van Europese broeikasgassen.
GDP
ESR zorgt ervoor dat alle lidstaten meewerken aan eerlijke en juiste klimaatactie. Het verdeelt de nationale doelen aan de hand van de hoogte van GDP van burgers, waarbij lidstaten met een hoger GDP een hoger reductiedoel toebedeeld krijgt. Jaarlijkse allocaties zijn vastgesteld voor iedere lidstaat tot aan 2030.
Emissiereductie van lidstaten
Lidstaten hebben vrijheid in hun eigen emissiereductiepad. In de jaren dat emissies lager zijn dan wat ze uit mogen stoten, kunnen lidstaten deze emissies alloceren naar een later jaar. Andersom mogen lidstaten een gelimiteerde surplus aan emissies in een jaar uitstoten.
Verordeningen en richtlijnen
De EED, RED en andere verordeningen en richtlijnen helpen lidstaten om binnen deze doelstellingen te blijven.
Landbouw
Ook de landbouw kan hier een rol spelen: door additionele emissieopslag mag een deel van deze emissiecredits gebruikt worden.
Bron: Nederlandse Emissie Autoriteit (2022)
Bron: Nederlandse Emissie Autoriteit (2022)
Doelen ESR
- De vastlegging van bindende jaarlijkse broeikasgasemissiereducties door de lidstaten van 2021 tot en met 2030 voor de niet-ETS sectoren en vallend buiten LULUCF.
- Voor versnelling heeft de Europese Commissie in 2021 besloten de emissies onder de ESR verder terugdringen met tenminste 40procent, in vergelijking met 2005. Dit is een verhoging van 11 procentpunt vergeleken met het eerdere doel van 29% emissiereductie uit 2018.
- De afbeelding hiernaast geeft de voorgestelde 2030 emissiereductie doelstelling weer van iedere lidstaat.
- Voor Nederland is de doelstelling verhoogd van 36 procent naar 48 procent, wat neerkomt op 15 Mton extra reductie in 2030. Dit is grofweg een verdubbeling van de reductieopgave voor deze sectoren ten opzichte van het Klimaatakkoord. De gebouwde omgeving is verantwoordelijk van zo’n 25 procent van de huidige CO₂-uitstoot voor de ESR sectoren, maar hoe de reductie verdeeld gaat worden, wordt bepaald door nationaal beleid.
Status en planning
- Juli 2022 aangenomen in het Europese Parlement
- November 2022 voorlopig akkoord door de Raad en het Europese Parlement
- Huidige regels blijven van kracht tot 2025
- Vanaf 2026 tot 2030 zijn de aangepaste doelstellingen in werking
Doelgroepen
Eigenaren bestaande bouw
Indirect via andere verordeningen en richtlijnen binnen het Fit-for-55 pakket.
Energieleveranciers
Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM)
Beschrijving CBAM
Het CBAM is additioneel aan het EU ETS-systeem. Importeurs van goederen buiten de EU betalen hierbij het verschil in de prijs van de CO₂-certificaten aan de grens ten opzichte van de prijs van CO₂ in de Europese Unie.
CBAM is geen ‘cap and trade’ systeem, maar spiegelt de EU ETS-prijs.
De CBAM helpt om zogenaamde ‘carbon leakage’ – de situatie waarbij bedrijven hun productie vanwege de kosten van CO₂-uitstoot naar landen verplaatst waar de kosten voor CO₂-uitstoot lager zijn - tegen te gaan door producenten buiten de EU te stimuleren hun productieproces te verduurzamen.
Doelen CBAM
- Een eerlijk speelveld maken voor producten buiten de EU en binnen de EU
- Het tegengaan van ‘carbon leakage’
- Het aanzetten van landen buiten de EU hun klimaatambities te verhogen
Status en planning
- December 2022 deal gesloten tussen Europees Parlement en Raad.
- De CBAM gaat in per 1 oktober 2023, met een transitieperiode gekoppeld aan de uitfasering van de gratis emissierechten.
- In de eerste fase wordt dit systeem alleen toegepast op een geselecteerde groep: ijzer en staal, cement, kunstmest, elektriciteitsopwekking en waterstof. Hierin wordt onder bepaalde voorwaarden ook de indirecte emissies meegenomen en heeft het ook betrekking op downstream producten zoals schroeven en bouten.
- Vanaf 2023 wordt een rapportage-systeem geïmplementeerd voor deze producten.
- Tegen het eind van de overgangsperiode wordt beoordeeld of de product groepen worden uitgebreid tot andere goederen met risico op CO2-weglekeffect, met als doel alle producten die onder de ETS vallen tegen 2030 op te nemen.
Doelgroepen
Importeurs van de producten ijzer en staal, cement, kunstmest, elektriciteit en waterstof
Land Use, Land Use Change and Forestry (LULUCF)
Beschrijving LULUCF
Landgebruik, landgebruiksverandering en bosbouw is een van de sectoren waarvoor landen hun emissies en verwijderingen van broeikasgassen moeten rapporteren. LULUCF geeft hiermee invulling aan de CO2-uitstoot (en opslag) van landgebruik. De afbakening is verbreed van enkel bossen naar alle soorten van landgebruik (inclusief drasland vanaf 2026).
- In de LULUCF-verordeningen wordt aangegeven op welke manier broeikasgasemissies uit landgebruik, landgebruiksveranderingen en bosbouw gemonitord moeten gaan worden en hoe hierover gerapporteerd moet worden.
- Alle lidstaten dienen integrale mitigatieplannen in te voeren voor landgebruik. De vereiste monitoring moet digitaal worden uitgevoerd.
- Het streefcijfer van 310 miljoen ton CO₂-equivalent nettoverwijderingen in de hele Unie wordt verdeeld tussen de lidstaten in de vorm van jaarlijkse nationale streefcijfers voor de periode van 2026 tot en met 2030, en wordt gebaseerd op de in de broeikasgasinventarissen gerapporteerde emissies en verwijderingen en de oppervlakte van het beheerde land.
- Er wordt een nieuw governancesysteem voor de naleving ingevoerd, en het flexibiliteitsmechanisme voor landgebruik, waarmee het risico van niet-naleving door de lidstaten wordt aanpakt, wordt aangepast.
- Vanaf 2031 wordt het toepassingsgebied van de verordening uitgebreid met niet-CO₂-emissies van de landbouwsector, waardoor voor het eerst één klimaatbeleidsinstrument van toepassing zal zijn op de hele landsector.
Doelen LULUCF
De initiële regelgeving vereist dat iedere lidstaat voor de LULUCF sector niet meer uitstoot dan wordt opgeslagen en dat de sector bijdraagt aan biogene opslag. In de herziening van LULUCF in het kader van het Fit-for-55-pakket heeft tot doel geleidelijk de absorpties te verhogen en de emissies te verminderen. Doelstelling hierbij is:
- 310 Mton CO₂-equivalent netto koolstofverwijderingen op EU-niveau in 2030. Dit is een verhoging van 15% ten opzichte van eerdere afspraken.
- Klimaatneutraliteit in de gehele landsector op EU-niveau in 2035.
Status en planning
- Initiële regelgeving: In werking.
- November 2022: voorlopig akkoord herziening LULUCF door Raad en Europees Parlement
- Maart 2023: Het Europees Parlement heeft de herziening van de verordening goedgekeurd.
- Vervolgstappen: De tekst moet nog formeel worden goedgekeurd door de Raad. Daarna verschijnt de wet in het Publicatieblad van de Europese Unie en wordt na twintig dagen van kracht.
- De Commissie werkt tot 2025 aan een nieuw voorstel voor nationale contributies om aan de tussendoelstelling voor 2030 te voldoen.
- In werking in de periode 2021-2030.
Doelgroepen
Producenten van biobased bouwmaterialen
Nationale allocatieplannen worden nog gemaakt, maar de verhandeling van carbon credits krijgt significante meerwaarde indien de doelstellingen verhoogd worden. Dit ook in relatie tot het EU ETS-systeem; indien de CO₂-prijs verhoogd wordt, zullen biobased bouwmaterialen ook meer worden gewaardeerd voor CO₂-opslag.
Visie van en relatie met producten/programma’s van DGBC
De LULUCF Directive heeft directe verbinding met het Whole Life Carbon programma, onderdeel van Circulariteit en Paris Proof, binnen DGBC. Biobased bouwmaterialen zijn noodzakelijk om toe te werken naar een bouwsector met minder uitstoot.
Social Climate Fund richtlijn (SCF)
Beschrijving SCF
Het Social Climate Fund is additioneel aan het EU ETS-systeem.
Doelen SCF
- Directe tijdelijke inkomenssteun bieden voor kwetsbare huishoudens.
- Maatregelen en investeringen ondersteunen om emissies te reduceren in de transport en bouwsector en als resultaat de kosten voor kwetsbare huishoudens, kleine ondernemingen en transportgebruikers te verlagen.
- Om de sociale implicaties van het nieuwe ETS BRT systeem te adresseren, stelt de Europese Commissie voor het Social Climate Fund van 59 miljard euro te initiëren. Voor Nederland circa 650 miljoen euro (verdeelsleutel 1,1 procent).
Status en planning
- Triloog start om tot definitieve tekst te komen. Standpunt Europees Parlement: meer geld, andere verdeelsleutel.
- Looptijd 2025 tot 2032.
Doelgroepen
Kwetsbare huishoudens
Kleine ondernemingen
Transportgebruikers
Energy Taxation Directive richtlijn (ETD)
Beschrijving ETD
De Energy Taxation Directive (ETD), oftewel energiebelastingsrichtlijn, moet ervoor zorgen dat de belasting van energieproducten en elektriciteit beter aansluit bij het effect van die producten op het milieu en de gezondheid, door belemmeringen voor schone technologieën weg te nemen en vervuilende brandstoffen zwaarder te belasten.
De ETD bestaat al, maar is niet in overeenstemming met de nieuwe doelstellingen en stimuleert investeringen in schone technologieën niet voldoende. De nieuwe ETD is erop gericht de belangrijkste tekortkomingen aan te pakken en zou kunnen leiden tot wijzigingen in belastingheffing over opgewekte energie of energieconsumptie, waardoor de kostprijs verandert.
Het belangrijkste onderdeel van deze richtlijn is het vaststellen van minimumbelastingtarieven voor alle lidstaten. De Nederlandse tarieven liggen al relatief hoog en ruim boven de voorgestelde minimum tarieven, waardoor dit voor Nederland weinig impact zal hebben.
Met de ETD wordt de degressiviteit in energiebelasting afgeschaft. Dit heeft een veel grotere impact in Nederland.
Dit zou betekenen dat de tarieven voor kleinverbruikers omlaag gaan, waarmee de prikkel voor deze partijen om te investeren in verduurzaming kleiner wordt, ofwel dat de tarieven voor grootverbruikers omhoog gaan, wat invloed heeft op het Nederlands investingsklimaat voor energie-intensieve bedrijven.
Ook komt er een rangordening voor energiebelastingstarieven, waarbij voor fossiele energiedragers een hoger tarief moet gelden dan voor meer duurzame energiedragers. Op dit moment is bij de huidige tarieven de som van de energiebelasting en ODE op elektriciteit in euro per gigajoule meer dan twee keer zo hoog als voor aardgas, terwijl de voorgestelde ETD-wijziging aangeeft dat voor elektriciteit altijd het laagste tarief moet gelden.
Doelen ETD
- Aansluitende emissiereductie stimulering door belasting van minder duurzame energieproductie of elektriciteit.
- De ETD biedt de mogelijkheid om zaken te regelen die niet voldoende worden gedekt door huidige nationale wetgeving, zoals de behandeling van (groene) waterstof en het (vermijden van) dubbele belasting van elektriciteitsopslag.
Status en planning
- Voorstel
- De herziene ETD zal naar verwachting op 1 januari 2023 in werking treden.
Doelgroepen
Alle gebruikers van minder duurzame energieproductie of elektriciteit
Energieleveranciers