Robbert van Dijk en Gerben Sinke (A.S.R Real Estate) vertellen hoe de Routekaart Woningen de sector op weg wijst naar Paris Proof
In mei 2023 is de Routekaart Woningen gelanceerd, de laatste in de reeks van sectorale routekaarten die DGBC de afgelopen jaren heeft gemaakt. De hamvraag: hoe versnellen we de verduurzaming van onze woningvoorraad? In gesprek met Robbert van Dijk, Managing Director Residential, en Gerben Sinke, Manager Sustainability ESG, bij vastgoed vermogensbeheerder a.s.r. real estate en onderdeel van de werkgroep Woningen bij DGBC.
In de Routekaart zijn de ontwikkelingen in de woningsector omschreven en de mogelijkheden en scenario’s om aan de doelen uit het Klimaatakkoord te voldoen op een rij gezet. Evenals de barrières die opgelost moeten worden om een versnelling te realiseren. De routekaart is opgesteld door de werkgroep Woningen uit het Deltaplan Duurzame Renovatie. In de werkgroep zijn verschillende partijen uit de keten vertegenwoordigd, waaronder a.s.r. real estate.
Van Dijk, tevens voorzitter van de werkgroep, is enthousiast over het eindresultaat: “We hebben zelf de routekaart heel positief ontvangen als gebruiker. Er staat een duidelijk verhaal op papier met daarin de ambitie om samen op te trekken en de woningmarkt verder te brengen op basis van kwalitatieve gegevens en uitgangspunten. Na de lancering heb ik op vastgoedbeurs PROVADA met veel collega’s en vakgenoten hierover gepraat en die waren ook enthousiast.”
Robbert van Dijk, Managing Director Residential bij a.s.r. real estate
Duidelijk verhaal in uniforme taal
Sinke voegt hieraan toe: “De Routekaart Woningen is een levend document, dus het is nooit af. Maar het is een goed startpunt dat laat zien wat de definities en doelen zijn. Het helpt bij het maken van je eigen routekaart als marktpartij en je hebt zo goede handvatten in een uniforme taal. Het helpt ons als sector samen op te trekken met alle acties op een rij en zo de doelen van het Parijs Akkoord te bereiken.” De werkgroep Woningen heeft in aantallen de grootste opgave. In Nederland staan meer dan 7 miljoen woningen, waarvan ruim 3 miljoen worden verhuurd en bijna 4 miljoen in particulier bezit zijn.
Transparant over huurverhoging
Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) heeft de huidige situatie op de woningmarkt in kaart gebracht en verschillende besparingsscenario’s doorgerekend. Om het Paris Proof doel van 66 procent besparing te halen, moeten er wel extra stappen worden gezet. Bij zo'n 2,3 miljoen woningen is aanvullend beleid en investeringen nodig om deze geschikt te maken voor warmtepompen.
Sinke zegt hierover: “Om dit te halen, vergt het inspanning van de markt en overheid, maar ook van huurders en woningeigenaren. We spelen allemaal een rol in het oplossen van deze opgave.” Als voorbeeld noemt hij de verduurzaming van meer dan 1.200 woningen van energielabel F naar A in de portefeuille van het ASR Dutch Core Residential Fund. “Ondanks de kleine huurverhoging, hebben we onze huurders kunnen overtuigen. Want de verduurzaming van hun huis levert uiteindelijk een flinke besparing op bij de energierekening. Als huurder ga je er onder aan de streep dus op vooruit en draag je bij aan een groenere wereld. Door dit open en transparant te bespreken en inzichtelijk te maken, hebben we bijna iedereen meegekregen.”
Aan de slag met verduurzaming
Er is ook een cruciale rol voor de overheid weggelegd, vindt Van Dijk, zeker bij het realiseren van de juiste infrastructuur voor de energietransitie. “We kunnen dit niet alleen. Europa speelt hierbij natuurlijk een belangrijke rol, maar we moeten niet uit het oog verliezen dat Nederland specifieke uitdagingen heeft. We hebben maar een beperkt oppervlakte en een groot deel van ons land kent overstromingsrisico’s. Er moet genoeg oog blijven voor onze bijzondere situatie als land en daar hoort maatwerk bij.”
Hij vervolgt: “We moeten niet verzanden in bureaucratie en rapportages, maar juist aan de slag met de verduurzaming. Daar moeten we genoeg ruimte en vrijheid voor krijgen. De overheid reguleert en verwacht investeringen van de markt, maar kijkt te weinig naar de financiering ervan. Door bijvoorbeeld huurverhogingen af te remmen, hebben eigenaren veel minder ruimte om te investeren.”
Innovatie en samenwerking
Als Van Dijk en Sinke kijken naar de toekomst is samenwerking binnen de keten een belangrijk onderwerp. Sinke: “Denk aan klimaatadaptief bouwen. Dit staat nog in de kinderschoenen, er moet verder worden geïnnoveerd. In het verlengde daarvan: circulair bouwen is in de praktijk ook nog lastig. Met alleen elektrisch transport bij de bouw gaan we het niet redden. Er moeten meer innovaties komen op het gebied van nieuwe materialen en manieren van bouwen."
Van Dijk vult aan: “Door in de hele keten samen te werken, elkaar uit te dagen én het risico te delen, kunnen we grote stappen zetten. Want de noodzaak is er, maar het is nog te lucratief om te bouwen en ontwikkelen op de oude manier. Door zaken als duurzaamheid op waarde te schatten en de echte prijs van bouwen te gebruiken, inclusief het inprijzen van CO2-uitstoot, kom je dichter bij de ware kosten. Alleen zo komen we verder.”
Gerben Sinke, Manager Sustainability ESG bij a.s.r. real estate
Vuurtje opstoken
Beiden onderstrepen het belang van de routekaart. Zo vindt Van Dijk: “De Routekaart Woningen laat de route zien, maar we kunnen niet achteroverleunen en blind de verkeerde weg inslaan. Door juist in te zetten op innovatie halen we onze hoge ambities, want er is nog een weg te gaan voordat we onze doelen realiseren. Dus stook het vuurtje verder op en ga aan de slag!”.
Sinke voegt toe tot besluit: “De bewustwording is er, in de markt en in de samenleving, dus we zijn in beweging. We moeten nu doorpakken en versnellen. Ik zie dat we op een kantelpunt zitten, het onderwerp staat steeds hoger op de agenda en leeft ook in de maatschappij, we worden dagelijks met de gevolgen van klimaatverandering geconfronteerd in het nieuws en in onze portemonnee. We hebben nu de routekaart naar Paris Proof, maar dat betekent niet dat het vanzelf gaat. Door het delen van inzichten en het inzichtelijk maken van oplossingen, gaan we er als sector komen.”