Energiegebruik verminderen
Dat het verduurzamen van de horecasector ingewikkeld is, blijkt uit de verschillende interviews. De horecasector is en blijft zeer divers zowel in huisvesting als bedrijfsvoering. Het is belangrijk om de verschillen tussen hotels, restaurants, cafés en vakantieparken in te zien, voor dat er nagedacht wordt over een gemeenschappelijke stip op de horizon. Daarnaast is het lastig om voor de hele sector te bepalen wat de grote energieposten zijn en waar het laaghangend fruit ligt voor de verschillende stakeholders. Uit de interviews blijkt dat steeds meer horecabedrijven gebruik maken van slimme meters om hun energiegebruik te monitoren. Dit geldt met name voor hotels en de grotere fastfoodtekens. In vakantieparken is er soms sprake van een collectieve energieleverancier die gebruik monitort. Voor kleinere ondernemers is het niet altijd duidelijk welke apparaten en/of installaties binnen het gebouw het meest gebruiken. Daarom is het belangrijk dat het gebruik wordt gemonitord en gedeeld met de gebouweigenaar. Daarnaast is het ook belangrijk dat huurders hun werkelijke energiegebruik inzichtelijk maken. Daarvoor kan gebruikt gemaakt worden van de WEii (Werkelijke Energiegebruik Intensiteit Indicator).
WEii getallen voor horeca
WEii staat voor Werkelijke Energie intensiteit indicator en is een gestandaardiseerde methodiek voor het bepalen van een energie-efficiëntie indicator op basis van het werkelijke energiegebruik van een gebouw. In tegenstelling tot NTA 8800 (BENG) is WEii gebaseerd op het werkelijke energiegebruik van een gebouw in gebruik en niet op een berekend gebouwgebonden energiegebruik. Samen met de bepalingsmethodiek zijn er voor de verschillende gebouwtypen klassen van energie-efficiëntie ontwikkeld. Daarbij zijn de klassen Paris Proof, voor een gebouw dat voldoet aan de doelstellingen voor 2050, en Werkelijk energieneutraal (WENG) voor een gebouw dat per jaar evenveel energie produceert als het gebruikt, de meest ambitieuze klassen.
De WEii van een gebouw wordt uitgedrukt in kWh/m², is gebaseerd op het werkelijke energiegebruik en is een maat voor de werkelijke energie-efficiëntie van een gebouw. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de vloeroppervlak eenheid Gebruiksoppervlak (GO), deze wordt bepaald conform NEN 2580. De gebruiksoppervlakte komt overeen met de in BAG opgenomen gebruiksoppervlakte of de gebruiksoppervlakte die op het energielabel vermeld is. WEii heeft betrekking op de energie-efficiëntie van het gebouw. Bij het bepalen van WEii worden alleen energiegebruik of energieproductie binnen de gebouw of perceelgrenzen beschouwd.
Energiegebruik verminderen
Op basis van bestaande literatuur en onderzoeken is het al wel mogelijk om een aantal maatregelen te identificeren die op de korte termijn effectief zijn. Daarom is er voor deze routekaart gekozen om op drie niveaus te kijken waar het laaghangend fruit zit: Op gebouwniveau, voor apparatuur en voor de bedrijfsvoering en gedrag. In het onderzoek van Duurzame Horeca Nederland staan meer maatregelen beschreven (link volgt). Deze lijst is met name geschikt voor restaurants en cafés, en minder geschikt voor hotels en vakantieparken. Daarom werkt DGBC samen met de werkgroep aan een quick-wins lijst die voor de gehele sector relevant is (Actie 2.3). Hieronder volgen alvast een aantal voorbeelden voor cafés en restaurants, die ook tijdens de interviews zijn benoemd als interessant.
Gebouwniveau
Inzicht in het energiegebruik
Om een beeld te krijgen van de mogelijke energiebesparing in een horecazaak, moet de ondernemer of pandeigenaar eerst weten waar de grote energievreters zich bevinden. Een energiescan brengt aan de hand van metingen de diverse gebruiksposten in kaart. Leden van de Koninklijke Horeca Nederland kunnen een vrijblijvende analyse van hun energierekening aanvragen. Er zijn ook commerciële aanbieders van energiescans actief. Het is ook mogelijk om met behulp van slimme meters en submeters zelf het energiegebruik te monitoren. Het monitoren van gebruik geeft inzicht in de bedrijfsvoering en laat direct de veranderingen zien. Hiermee wordt direct duidelijk wat de grote gebruikers en de stille gebruikers zijn. Daarnaast heeft het een grote meerwaarde door het creëren van bewustwording, die zorgt voor een verandering in het gebruikersgedrag, wat kan leiden tot een besparing op de energiekosten.
Isoleren
Een pand kan aan de buitenkant worden geïsoleerd met bijvoorbeeld sierpleister of gevelbekleding. Isolatie laten plaatsen tegen de buitenzijde van de buitenmuren is de duurste vorm van gevelisolatie levert ook de hoogste energie- en geldbesparing op, afhankelijk van het gekozen materiaal. Ook beglazing speelt een belangrijke rol in isolatie. Dubbel glas en hoog rendement glas isoleren beter dan enkel glas en verbeteren het comfort. Door de besparing op de stookkosten, verdient de investering zichzelf terug. Ook als ramen en kozijnen nog niet aan vervanging toe zijn, kan hoog rendement glas al rendabel zijn.
Apparatuur
Verlichting
Duurzame verlichting wint de laatste tijd steeds meer aan populariteit. Duurzame lampen dragen bij aan een beter milieu, gebruiken minder energie en hoeven minder vaak vervangen te worden. LED-lampen kunnen meestal in de bestaande armatuur geplaatst worden. Gemiddeld wordt hiermee 50 tot 80% bespaard op de elektriciteitskosten van de verlichting. In ruimten die onregelmatig worden gebruikt, zoals toiletten en opslag, staat de verlichting vaak onnodig vaak aan. Door middel van aanwezigheidsdetectie brandt de verlichting alleen wanneer er mensen in de ruimte zijn. Tegenwoordig zijn er hiervoor plug-and-play systemen, die makkelijk te installeren zijn.
Tijdsschakelaars in de keuken en bar
Veel apparaten staan onnodig lang aan. Door het installeren van een tijdschakelaar wordt de machine uitgeschakeld en weer opgestart volgens een vooraf geprogrammeerd tijdsschema. Tijdsschakelaars zijn niet geschikt voor koelingen met bederfelijke producten of voor koffiemachines maar wel voor sommige vaatwassers, afzuigsystemen en verwarmingselementen.
Terrasverwarming
Een in het oog springende techniek die veel energie gebruikt zijn de terrasverwarmers. Met name in de avond en overdag in de winter en herfst worden terrassen in Nederland vaak kunstmatig verwarmd zodat gasten ondanks een lage temperatuur nog steeds buiten kunnen zitten. Een snelle blik op deze techniek laat zien dat deze techniek vaak handmatig bediend wordt en daarmee dus ook vaak onnodig aan staat. Een bewegingssensor in deze techniek zou al een verbetering zijn. Daarnaast presteert een elektrische terrasverwarmer beter in de operationele energieprestatie dan een door gas aangedreven verwarmer. Tot slot zouden terrashouders kunnen overwegen de terrasverwarmers in zijn geheel weg te laten en in te zetten op alternatieve verwarmingsmethoden zoals kleedjes en kussentjes. Een ontwikkeling op dit gebied zijn elektrisch verwarmde zitkussentjes die na gebruik weer op te laden zijn.
Handdrogers
Ook handdrogers in toiletruimtes kunnen een verschil maken. Onverwarmde handdrogers gebruiken al 80% minder energie dan verwarmde handdrogers. Mogelijke - maar op andere aspecten minder duurzaam- alternatieven zijn papieren of katoenen doekjes.
Bedrijfsvoering en bewustwording
Bewustwording van energiegebruik
Uit verschillende interviews komt naar voren dat de menselijke omgang met techniek in de horeca ook een grote rol speelt. Bij gedragsverandering kan gedacht worden aan het handmatig uitzetten van apparatuur zoals bijvoorbeeld een grill of niet gebruikte gaspitten. Een grote horeca- en cateringgroep geeft aan dat een goede opleiding hierin erg belangrijk is. Daarnaast is het de vraag in hoeverre er aandacht wordt geschonken aan het energiezuinig gebruiken van apparatuur in relatie tot het efficiënt gebruiken van de apparatuur. Een bekend en veelgenoemd voorbeeld is het aan laten staan van de ovens en friteuses gedurende de dag.
Campagnes voeren
Bewustwording moet niet alleen van de kant van de ondernemer komen, maar van alle stakeholders binnen de sector. Ook de consument kan een belangrijke rol spelen in de transitie naar meer duurzame horeca. Daarvoor zal het personeel misschien wel een stukje moeten inleveren op bijvoorbeeld comfort (zoals een lagere binnentemperatuur of een langere productietijd in de keuken). Om de verschillende stakeholders een stukje bewustwording mee te geven kunnen campagnes ingezet worden. Bijvoorbeeld vanuit de brancheorganisaties, winkelstraten of gemeenten. DGBC gaat de komende tijd in gesprek met relevante partijen die daar mogelijk een rol in kunnen spelen.