Ruben Zonnevijlle, nieuwe aanjager van het thema Circulariteit bij DGBC

‘Circulair bouwen gaat veel verder dan techniek en materialen’

Nadat hij eerder zijn sporen verdiende bij Deloitte en Engie, koos Ruben Zonnevijlle begin april voor een overstap naar Dutch Green Building Council. Een van zijn belangrijkste taken is het doorontwikkelen van het programma Circulariteit. Dat hij uitgerekend met dat thema aan de slag gaat is geen verrassing. Het loopt al jaren als een rode draad door zijn carrière.

Wat maakt dat dit thema zijn hart sneller doet kloppen?

“Al sinds 2005 werk ik met onderwerpen die tegen het thema circulariteit aan schuren. Zowel bij Deloitte als bij Engie merkte ik dat juist die onderwerpen mij echt aan het hart gaan. Circulariteit heeft iets oneindigs, het draagt bij aan iets goeds. Voorheen was het een onderdeel binnen mijn werkzaamheden. DGBC bood mij de kans om in me een rol als programmamanager volledig op het thema te storten. Die kans kon ik niet laten liggen.”

Hoe staat het circulair denken ervoor in de gebouwde omgeving?

“Een aantal partijen profileren zich echt als koplopers en zijn goed op weg. Dat zie je bijvoorbeeld ook terug in de visieverhalen van de Programmaraad Circulariteit van DGBC in dit magazine. De ontwikkelingen volgen zich in een rap tempo op en worden door veel partijen omarmd. Maar tegelijkertijd is er nog een wereld te winnen. Voor veel bedrijven is circulariteit nog een abstract iets.”

Is dat ook waarom de Programmaraad in het leven is geroepen?

“Uiteraard willen we met de Programmaraad zo veel mogelijk partijen inspireren met de kennis die voorhanden is. Het gaat daarbij veel verder dan techniek en materialen. Het is belangrijk om niet alleen naar het gebouw kijken. Als we uitzoomen, dan zien we dat ook regels en systemen in een circulaire bouweconomie echt anders moeten gaan werken. Fiscaal moet het anders, verdienmodellen gaan radicaal op de kop, de wet- en regelgeving moet eindeloze cycles mogelijk maken. Zonder systeemveranderingen gaat het circulaire balletje niet rollen. Bij DGBC geloven we ook dat een integrale meetmethodiek bij deze zaken kan helpen. DGBC is van het meten is weten. En van het verbinden. Op die manier zijn de afgelopen jaren het Framework For Circular Buildings (link) en Een meetmethodiek voor Losmaakbaarheid (link) tot standgekomen. Dit jaar diepen we onder andere het subthema Toxiciteit verder uit in een publicatie.”

Geloof je dat met deze voorbeelden en de koplopers dit kan leiden tot een circulaire bouweconomie?

“Een volledig circulaire economie is nog ver weg, het Rijk stelt dit doel zelfs op 2050. Er is meer bewustwording nodig en we moeten structureel anders gaan bouwen. Nieuwbouw- en renovatieprojecten moeten anders worden aangevlogen. Daarbij moeten we antwoorden zoeken op vragen als: wat is de functie van het gebouw over een x aantal jaar? En hoe kun je alles weer uit elkaar halen, rekening houdende met losmaakbaarheid, de aanwezigheid van toxische stoffen? Los daarvan moeten verdienmodellen anders en dat vraagt weer om een andere manier van denken. Zelf denk ik dat digitalisering en data kunnen zorgen voor een verdere versnelling. Daar valt in de bouwwereld nog een wereld te winnen. Tot slot acht ik samenwerking echt cruciaal. Dat is ook waarom we de Programmaraad verder willen uitbreiden. Hoe meer partijen met goede voorbeelden komen en we met elkaar kunnen verbinden, hoe sneller we bij de stip op de horizon zijn.”

Deel deze pagina