Netwerk denkt mee over ecologische eisen
“Afwegingen zijn soms lastig, waar natuur met andere maatschappelijke belangen samen moeten gaan. Je zit regelmatig op het scherpst van de snede”, zo schetst ecoloog Dimphina Riemer (ECOquickscan) de positie van ‘haar’ vereniging: het Netwerk Groene Bureaus dat driekwart van de ecologische adviseurs vertegenwoordigt. De organisatie denkt mee over scherpere ecologische paragrafen in de BREEAM-NL richtlijnen.
Het netwerk is de branchevereniging voor ecologisch advies en onderzoek. De leden zijn commerciële groene bureaus die adviseren over activiteiten waar natuur bij betrokken is. “In 1999 kwamen de bureaus van toen samen in een branchevereniging voor kwaliteitsbevordering en belangenbehartiging. De ecologen hadden behoefte aan samenwerking. We hebben allerlei werkgroepen, bijvoorbeeld eentje voor het Vleermuisprotocol, ofwel het uitvoeren van ecologisch onderzoek naar vleermuizen.” Dat protocol is volgens sommigen ‘een draak van een document’, maar de inhoudelijke discussies tussen de – maar liefst 34 – leden van de werkgroep, leiden tot eenduidigheid over de interpretatie. “En daarmee voorkomen we dat ‘cowboys’ kwalitatief slecht onderzoek kunnen gaan uitvoeren.”
Meer inspanningen
“Ook hebben we werkgroepen gericht op protocollen en op kennis, zoals de werkgroep Standaarden en protocollen en de werkgroep Natuurbeschermingsrecht. En sinds een jaar of tien is er een Werkgroep BREEAM-NL”, vertelt Riemer. “We hadden toen goede gesprekken met DGBC, gericht op kennisdeling en verkenning.” Leidende vraag was ‘wat wil je nou binnen BREEAM-NL met ecologie?’. “Voorheen was ecologie nog wel eens het ondergeschoven kindje, maar het krijgt nu meer aandacht”, overziet Riemer. “DGBC wil een educatiemodule ontwikkelen op het gebied van ecologie”, weet ze. “Ik proef dat ecologie een serieuze plek in gaat nemen. Ik verwacht ook dat de richtlijn meer echte verplichtingen krijgt. Dat geeft ons als ecologen handvatten, we kunnen dan inspanningen gaan eisen. Het zal in elk geval verder gaan dan een handvol nestkasten aan de gevel. Ik merk ook een actievere samenwerking tussen DGBC en ons, we worden actief gevraagd mee te denken.”
De ambities van opdrachtgevers verschuiven ook. “Voor die educatiemodule droeg ik een aantal projecten aan waarbij ik betrokken was – en ik checkte ze nog even bij de toenmalige opdrachtgever. Die wist te melden dat ze niet alleen trots zijn op de oudere projecten, maar ook dat ze het sindsdien ‘nóg beter’ zijn gaan doen.”
Beplanting om gebouwen is soms al heel lastig om voor elkaar te krijgen. Ik ben al heel blij als er ruimte is voor een tuin of groene gevel.
Maaien?
De aandacht voor ecologie is inmiddels een vaste waarde binnen BREEAM-NL. Er is in de praktijk nog wel wat te verbeteren. “Beplanting om gebouwen is soms al heel lastig om voor elkaar te krijgen. Ik ben al heel blij als er ruimte is voor een tuin of groene gevel – en dat het vervolgens ook wordt beheerd. Dat is ook een essentieel onderdeel – en dan bedoel ik niet de halfjaarlijkse maaibeurt”, vertelt Riemer. “Want zo verandert de mooi aangelegde, gebalanceerde beplanting ‘gewoon’ weer in een grasstrook. Dat zijn de dingen die nu nog wel gebeuren. Je hebt er geen invloed op, maar dat is wel zuur en jammer. Dan ben je blij met dat andere project waar het groen rondom de distributieloods wel mooi ingericht is – en wél onderhouden wordt. Het is een kleine moeite, het kán wel.”
Hordes dieren
Is het altijd tegen de stroom in roeien, als ecoloog? “Bij projectontwikkelaars die vaker met BREEAM-NL werken is het meestal niet zo’n punt om iets voor elkaar te krijgen op het gebied van ecologie. Wel moet het met elkaar in verhouding staan, bijvoorbeeld qua vierkante meters groen en het aantal insectenhotels. Daar kom je wel uit. Maar bij projecten waar het nieuw of eenmalig is – of waar de BREEAM-NL Expert niet actief bij betrokken is – daar gaat het nog vaak ronduit moeizaam. Dan is het niet alleen ‘trekken’ wat ecologie betreft, maar het is ook vrij lastig bij veel andere aspecten van BREEAM-NL.”
Dat ecologie een grotere plaats in de gebouwde omgeving krijgt, juicht Riemer toe. Want dat doet heel veel voor de mens, “bijvoorbeeld in de omgeving van een ziekenhuis bevordert het herstel van patiënten. Mensen ervaren minder stress in een groene omgeving, het draagt bij aan het welzijn. En als je kijkt hoe steden tegenwoordig veranderen – steeds meer natuurinclusief en vaak ook klimaatadaptief – dan hebben wij daar als mens ook baat bij. We vangen meer water op, hittestress kun je voorkomen – en dat draagt tegelijkertijd bij aan de soorten die daar kunnen voorkomen. Bomen geven bijvoorbeeld schaduw, bieden ruimte voor vogelnesten en er komen insecten op af die dienen als voedsel voor de vogels en vleermuizen. Zo grijpt alles in elkaar.”
Het is een kleine moeite, het kán wel.
Stevige positie
Dat gaan we terugzien in elke nieuwe versie van de BREEAM-NL richtlijnen. “We hebben onlangs nog ons ecologen-commentaar gestuurd op het concept van de nieuwe richtlijn Nieuwbouw Woningen. We zijn actief betrokken in de voorbereidende fase, we geven suggesties voor verbeteringen – het gaat erom dat de richtlijn zo is opgesteld dat de ecoloog de rug recht kan houden. We willen aan onze klanten laten zien hoe het beter kan – en met een goeie richtlijn staan we stevig.”