‘Certificeren is geen doel op zich’
Terugkijken en vooruitblikken met voorzitters College van Deskundigen
Voormalig voorzitter
Paul van Bergen DGMR
Hoe borgen we de kwaliteit en het functioneren van de verschillende BREEAM-NL keurmerken? Het College van Deskundigen houdt zich bezig met dat vraagstuk. Voormalig voorzitter Paul van Bergen (DGMR) draagt het stokje over aan Guido den Teuling (Redevco), de nieuwe voorzitter. Een gesprek over de ontwikkeling van BREEAM-NL door de jaren heen.
Van Bergen over de rol van het college: “We bemiddelen bij conflicten, nemen standpunten in en praten mee over de ontwikkeling van de beoordelingsrichtlijnen.” Den Teuling vult aan: “We geven aan waar wij denken dat BREEAM-NL naartoe moet bewegen. Dan is het fijn dat er mensen vanuit allerlei invalshoeken en achtergronden meedenken.”
Beter en begrijpelijker
Met zijn achtergrond in bouwkunde en bouwfysica en brede kijk op duurzaamheid was Van Bergen vier jaar geleden de aangewezen persoon om de voorzittersrol op zich te nemen. “Inhoudelijk wist ik veel over de onderwerpen die daar op tafel komen. Vanuit mijn praktijkervaring met BREEAM-NL wilde ik kansen voor het keurmerk en behoeften van opdrachtgevers en organisaties direct op de agenda zetten bij DGBC. Mijn ambitie was zorgen dat BREEAM-NL beter, begrijpelijker en meer toegepast wordt om iedereen te helpen sneller te verduurzamen.”
Van Bergen is trots op de ontwikkeling van BREEAM-NL Nieuwbouw 2020: “We hebben weer een ambitieuzere beoordelingsrichtlijn bedacht en goedgekeurd. Ik ben blij dat er een nieuwe versie is. Daarmee leggen we de lat weer zes jaar verder, maar er zijn ook partijen die daar morgen al willen zijn. Wij weten precies wat de komst van een nieuw schema betekent, voor de markt is het niet altijd voldoende duidelijk hoe stevig die maatregelen en eisen zijn. Daar moeten we duidelijker over communiceren en bij ondersteunen.” Den Teuling is het daarmee eens: “Zodra er een nieuwe richtlijn wordt gelanceerd, is het in één keer moeilijker om een hoge score te halen. Het consultatieproces mag veel transparanter.”
‘Terugverdientijd is onzin’
Den Teuling hoefde niet lang na te denken toen hem werd gevraagd om het stokje over te nemen van Van Bergen: “Het antwoord was meteen ja. In mijn werk en vanuit persoonlijke interesse houd ik me al jaren bezig met duurzaam bouwen en BREEAM-NL. Bij de BRE heb ik bijvoorbeeld gewerkt aan de technische ontwikkeling van het keurmerk en ik heb in verschillende rollen een brede kijk op duurzaamheid ontwikkeld, van regelgeving tot aan gebouwen.” Die kennis van wat er speelt en gaat spelen neemt Den Teuling mee in zijn nieuwe rol als voorzitter. “Bij alles wat ik zie en voel in de markt, kijk je toch al snel hoe dat binnen BREEAM-NL past. Het moet waarde toevoegen voor het keurmerk. Al is het soms lastig om direct in te spelen op veranderingen in de markt, omdat de richtlijnen gebaseerd zijn op de wetenschap. Dat is een kracht en zwakte tegelijk.”
Den Teuling vervolgt: “Binnen BREEAM-NL is de rode draad heel belangrijk. In gesprekken met BREEAM-NL Assessoren en ontwikkelaars gaat het nog vaak over credits en lijstjes in plaats van waar we het voor doen en waar we naartoe werken. De stip op de horizon moet helder zijn. Wat we willen en kunnen bereiken met BREEAM-NL is ook een belangrijk communicatiemiddel naar degene die de portemonnee trekt.” Van Bergen vult aan: “Daarom moeten er ook investeerders zitting nemen in het College van Deskundigen. Die kunnen ervaringen en inzichten meenemen in hun netwerk. Zo kunnen we vooroordelen over duurzaam bouwen en certificeren wegnemen.” Beiden erkennen ook dat het niet puur om certificeren gaat. Den Teuling: “Het keurmerk is een mooi instrument om integraal te verduurzamen, maar certificeren is geen doel op zich.” Van Bergen is het daarmee eens: “Certificeren is niet nodig om sneller te verduurzamen. Het helpt wel om de waarde van duurzaam bouwen aan te tonen. En dan heb ik het niet over economische waarde, terugverdientijd is onzin. De winst is ecologisch.”
Nieuwe voorzitter
Guido den Teuling Redevco
Veel mensen laten de auto staan en pakken de trein of fiets naar hun werk. Maar hoe waardeer je dat?
Thema’s Milieu en mensen hebben baat bij een gebouw of gebied met een hoge score. Maar BREEAM-NL is niet de oplossing voor alle maatschappelijke opgaven, stellen de voorzitters. Van Bergen: “Vroeger ging het allemaal over energie, energie, energie. Daar is de mystiek wel een beetje van af. Er gebeurt nu veel meer op het gebied van materialen en biodiversiteit bijvoorbeeld. In de kloof tussen gebouw en gebied liggen veel kansen voor klimaatadaptief en natuurinclusief bouwen. Weinig instrumenten hebben de breedte en diepgang van BREEAM-NL, maar veel vraagstukken zijn zo groot dat we ze niet helemaal in BREEAM-NL kunnen verwerken.”
Den Teuling vult aan: “Niet alle thema’s komen in dezelfde mate in BREEAM-NL voor. Er staan bijvoorbeeld maar een paar vragen in over materiaalgebonden emissies, het #BuildingLife programma van DGBC is veelomvattender. De kennis die in de Whole Life Carbon roadmap is verzameld, kunnen we wel proberen te waarderen in BREEAM-NL of de MilieuPrestatie Gebouwen (MPG).” In de toekomstige richtlijn voor Nieuwbouw Woningen komt het thema materiaalgebruik meer naar voren. Den Teuling vervolgt: “Het is goed om een brede blik op duurzaamheid te hebben en vanuit het college kunnen we sturen op wat we wel en niet meenemen in een richtlijn. We kijken naar wat we willen bereiken binnen een thema, hoe BREEAM-NL daarnaar kan linken en hoe verschillende componenten elkaar versterken.”
En zijn alle duurzaamheidsmaatregelen meetbaar? “Veel mensen laten de auto staan en pakken de trein of fiets naar hun werk. Maar hoe waardeer je dat?”, vraagt Den Teuling zich af. “En hoe borgen we dat een BREEAM-NL gebouw ook het beste gebouw is? Als je goede dingen doet en er zijn geen credits te behalen, wil dat niet zeggen dat het een slecht gebouw is. Dat levert nog wel eens discussies op”, vervolgt hij. “Je moet ook mazzel hebben met de locatie van het gebouw als je goed wil scoren. Een tramlijn leg je niet zomaar aan”, zegt Van Bergen.
Kansen “Het wordt pas spannend bij categorieën als energie en materialen. De richtlijnen kunnen best scherper", stelt Van Bergen. Den Teuling vult aan: “Steeds strengere eisen maken het volgens sommige gebruikers lastig of duur om te certificeren, maar zijn juist ook een drijfveer om het beter te doen en geven een certificaat echt waarde. In Australië moet je bijvoorbeeld voldoen aan hele strenge eisen voor zero carbon als je wil certificeren.”
Van Bergen vindt ook dat we meer over de grens moeten kijken. “DGBC moet nog meer vrienden worden met andere Europese Green Building Councils. Internationaal gebeurt er heel veel, denk aan de EU Taxonomie. Zorg dat je daar medestanders in vindt, want samen sta je sterker. Het is tijd voor een Europees instrument voor duurzaam bouwen.” Den Teuling plaatst een kanttekening: “De richtlijnen gaan al meer richting internationaal, maar de kracht is juist dat je het toepast op de lokale markt en wetgeving. Als BREEAM-NL hét instrument voor duurzame gebouwen en gebieden wil blijven, moeten we inspelen op de Nederlandse markt en die stimuleren om met de juiste dingen aan de slag te gaan. Vaak zijn er meerdere oplossingen om bepaalde duurzaamheidsdoelen te halen. Het kan helpen om bepaalde uitkomsten te eisen in plaats van technologieën voor te schrijven.”
De voormalige en nieuwe voorzitter zien nog een kans om BREEAM-NL verder te brengen. “Momenteel zijn er te weinig BREEAM-NL Assessoren, terwijl iedere BREEAM-NL Expert die rol kan vervullen. Misschien moeten we BREEAM-NL Assessoren gaan toewijzen”, suggereert Van Bergen. Den Teuling knikt instemmend: “Een voordeel daarvan is dat je een brede groep BREEAM-NL Assessoren krijgt in plaats van een select gezelschap dat veel projecten doet.” “Je zit nog in het college, dat moet je regelen”, moedigt Van Bergen aan.