Wensput
Hoe zit het nou echt met dat drinkwatertekort? Het is een onderwerp dat elk jaar met het seizoen meebeweegt. In het voorjaar beginnen drinkwaterbedrijven te waarschuwen, in de droge komkommertijd staan de kranten er vol mee, en als de herfstregens beginnen, verdwijnt het dossier weer in de la. Wie houdt nou wie voor de gek? Blijven de drinkwaterbedrijven elk jaar met veel rumoer een muntje in de bodemloze wensput gooien, in de hoop dat er iets gebeurt? Of gaan we het probleem onder ogen zien en samen aan de slag met echte oplossingen? De branchevereniging VEWIN lijkt met een recente noodkreet aan te sturen op meer drinkwaterwingebieden ‘om aan de wettelijke taak te kunnen blijven voldoen’. Nieuwbouwwijken krijgen anders straks geen drinkwateraansluiting meer.
Mijn afdronk: Het drinkwatertekort is een reëel probleem. Maar we moeten voor de oplossing bij drinkwater -net als bij energie- niet aan de kant van meer productie maar aan de kant van minder consumptie aan de bak. Dus moet bij alle nieuwbouw op zijn minst het toilet, de wasmachine en de tuinkraan standaard een aansluiting krijgen op hemelwater. Ook alle ‘fabriekswoningen’ die nu in de ontwerpfase zijn, moeten voorbereid zijn op gebruik van hemelwater, met natuurlijk een gescheiden rioolsysteem. De nieuwbouwplannen voor honderdduizenden woningen maken dit alles extra urgent. Want drinkwaterwinning is niet oneindig uit te breiden en het wordt tijd dat we de negatieve externe effecten ervan onder ogen zien en daarnaar gaan handelen.
Ik doel met ‘negatieve externe effecten’ bijvoorbeeld op de verdroging door het onttrekken van drinkwater aan de bodem. Dat veroorzaakt schade aan natuur en landbouw. Ook het ruimtebeslag van extra drinkwaterwingebieden is een maatschappelijke kostenpost: vanwege de beschermde status is zo’n gebied niet meer echt inzetbaar voor andere economische activiteiten. Een geothermieput prikken in een waterwingebied is bijvoorbeeld geen goed idee, maar misschien lokaal heel wenselijk vanwege de energietransitie. Dilemma’s alom. En dan heb ik het nog niet gehad over het element van verspilling, immers we gebruiken hoogwaardig drinkwater nu voor nogal laagwaardige toepassingen. Over negatieve externe effecten gesproken. In gebiedsontwikkelingen is op zich wel veel aandacht voor water. De dramatische overstroming van vorig jaar in Valkenburg aan de Geul (en nog dramatischer in Duitsland) heeft ‘de Limburg-bui’ bestuurlijk goed op de agenda gezet. De groenblauwe gebiedsontwikkelingen vliegen je dan ook om de oren. Vreemd genoeg houden de ontwerpen voor opvang, berging, infiltratie danwel vertraagde afvoer van regenwater in Nederland vrijwel altijd op bij de gevel van de opstal. Het water komt de woning niet in. Dat is tot op zekere hoogte verklaarbaar uit hoe we het nu hebben georganiseerd en beprijsd. Drinkwaterbedrijven bouwen geen woningen en ontwikkelaars kiezen graag voor de goedkoopste optie om een woning van water te voorzien. En de goedkoopste optie is nog altijd ‘gewoon’ 130 liter schoon drinkwater per persoon per dag naar die nieuwbouwwoning brengen. Ook de woonconsument investeert liever in een extra dakkapel dan in een hemelwatertoilet. Er klopt dus iets niet aan de financiële prikkels in het systeem. Ook de regelgeving en belastingsystematiek zit zacht gezegd vreemd in elkaar. Om dat te veranderen is een gesprek nodig, over de hele keten van drinkwater heen. Die keten bestaat nu uit losse silo’s met hun eigen deelbelangen, regelgeving, governance en (financiële) logica. Denk aan drinkwaterbedrijven, waterschappen, gemeenten en provincies maar zeker ook de industrie, de (woning)bouwsector en de eindgebruiker. Voor drinkwaterbedrijven wordt de missie -net als bij energieleveranciers- voortaan minder water leveren, waar voorheen zoveel mogelijk leveren het ingesleten verdienmodel was. Gelukkig is een drinkwaterbedrijf in de basis een nutsvoorziening die ten dienste van de samenleving zo’n draai zal kunnen maken. Het rijk kan daarbij een handje helpen met goede regelgeving. Blijft over wat er dan bij die woning moet gebeuren? Een beetje koploper is inmiddels in Vlaanderen wezen kijken. Daar is per decreet voorgeschreven dat er bij nieuwbouw of renovatie van een woning een hemelwaterberging van 5 kubieke meter moet worden gerealiseerd (en per 2023 nog verder te verhogen afhankelijk van het dakoppervlak). De snelste route voor Nederland zou ook zijn dat zo’n verplichting in het Bouwbesluit wordt opgenomen. Laten we dat wensen, euh... doen. Iedereen van de wensput naar de waterput.
Jan Kadijk, Manager Kennis en Innovatie bij DGBC