Programmaraad Circulariteit
De Programmaraad Circulariteit bestaat op dit moment uit negen invloedrijke marktpartijen die zich volop inzetten om circulariteit in de gebouwde omgeving meetbaar en inzichtelijk te maken. De leden van de Programmaraad zijn aanjagers in woord én daad. Dat laten ze niet alleen zien door het gesprek aan te gaan met overheid, branchegenoten en klanten, maar ook in het delen van hun visie. DGBC vroeg hen naar een initiatief waar zij trots op zijn en hieronder komen de betrokkenen aan het woord.
Marthijn Pool (Common city development) en Rob van Willigen (ABN AMRO) over het Circular City House in Amsterdam
Aan de Weesperzijde in Amsterdam komt het Circular City House met een volledig houten structuur. “We willen zelf graag werken in een soort clubhuis. Ontmoetingen staan centraal en daar zijn de horeca op de begane grond en de WE-space op de eerste verdieping voor. Daarboven komen drie verdiepingen met werkruimtes. Het gebouw van café De Omval uit 1910 is in het ontwerp verwerkt, want voor het huis van de toekomst gooi je het verleden niet weg”, zegt initiatiefnemer Marthijn Pool. Hij hoeft niet de eigenaar te zijn van de materialen. Dat vraagt een alternatieve manier van financieren. Hij kwam terecht bij de Product-as-a-Service desk (PaaS) van ABN AMRO. “Veel producten gooien we weg, terwijl je ze goed kan hergebruiken of recyclen. Zo kwam het idee om de leveranciers eigenaar te laten blijven, een uitdaging bij de financiering. De leverancier lijdt vaak de eerste jaren verlies door de voorinvestering en ontvangt tijdens de contractduur in termijnen het bedrag inclusief service en onderhoud terug. De risicomodellen van banken zijn hier nog niet op ingericht, dus dat was even puzzelen”, zegt Rob van Willigen van ABN AMRO. Vanuit de PaaS desk, taxatiedesk en Sector Expertise werken ze nu aan de financiering van het clubhuis, dat medio 2024 moet staan.
Thijs de Goede en Stef van Bakel (Alba Concepts) over Chainable
Alba Concepts richt zich op het uitvoeren van levenscyclusanalyses (LCA) die bijdragen aan de circulaire economie. In de analyse staat de milieu-impact tijdens de levensduur van een product. De adviseurs zien een groot gebrek aan LCA’s van circulaire bouwproducten. “De Product Circularity Index (PCI), een circulariteitsscore die ook in de Building Circularity Index, dus voor gebouwen is toegepast, helpt bij het selecteren van potentiële opdrachtgevers”, zegt Stef van Bakel. “Daarvoor hebben we een streefwaarde vastgesteld waarmee wij de markt stimuleren om meer circulaire producten te maken. Een voorbeeld daarvan is Chainable, een demontabel en herbruikbaar keukenconcept”, zegt Thijs de Goede. “Zij hanteren een Kitchen-as-a-Service model waarbij hergebruik voorop staat.
Alba Concepts ondersteunt het bedrijf bij het invoeren van de LCA in de Nationale Milieudatabase. “Het servicemodel en de goed onderbouwde herbruikbaarheid helpt ons daarbij en leidt hoogstwaarschijnlijk tot een lage milieu-impact”, zegt De Goede. Van Bakel: “Producenten concentreren zich vaak op de herkomst van de toegepaste materialen. Het is nog spannend en nieuw om hergebruikpotentieel vast te leggen.” De Goede: “Bij Chainable hebben ze dat uitgedacht. De frames zijn herbruikbaar. Onderdelen die dat niet meer zijn, gaan terug naar hun toeleverancier voor recycling.”
Maarten Markus (AM Gebiedsontwikkeling) over hun Houtbouwaanpak en Circulair Samenwerkingsmodel
AM Gebiedsontwikkeling wil dat al haar gebiedsontwikkelingen voldoen aan de klimaatdoelen. Om dit te bereiken is samenwerking nodig met alle partijen, zoals architecten, corporaties en gemeenten. “We kunnen het niet alleen. Met het Circulair Samenwerkingsmodel wijzen we alle partijen op hun verantwoordelijkheden en mogelijkheden. Iedereen heeft namelijk knoppen om aan te draaien. Corporaties kunnen een hogere waardering geven aan circulair bouwen, bijvoorbeeld. En een houtbouwer kan eerder aanschuiven om de architect te voeden”, zegt Maarten Markus van AM. Bij de architectenselectie kiest de ontwikkelaar alleen nog voor partijen die ervaring hebben met circulaire gebouwen of die aangeven dat ze willen investeren in kennisopbouw rond houtbouw. Om tot de beste houtbouwtechniek te komen voor de uiteenlopende projecten van AM, heeft het bedrijf een houtbouwaanpak ontwikkeld. “Studio’s vergen een andere bouwwijze dan grote appartementen of grondgebonden woningen. Met de houtbouwaanpak bepalen we welke techniek het beste past”, aldus Markus. AM heeft inmiddels meerdere projecten in houtbouw met als doel snel op te schalen. Ook in de gebiedsontwikkeling neemt AM het initiatief om de CO₂-voetafdruk te reduceren. “Door duurzame mobiliteit te stimuleren en gebieden drastisch te vergroenen, hebben we positieve invloed. We willen dat al onze gebieden uiteindelijk klimaatpositief zijn”, besluit Markus.
Charlot Boonekamp (ASSA ABLOY ENTRANCE SYSTEMS) over het halen van trede 1 op de PSO-ladder
De Prestatieladder Sociaal Ondernemen is een door TNO ontwikkeld instrument om te meten hoe sociaal een bedrijf opereert. ASSA ABLOY Entrance Systems doet dit al jaren, maar besloot het te laten doorrekenen. “Bij duurzaamheid ontkom je niet aan de menselijke context en aan de maatschappij. Het is jammer dat er in Nederland een houding heerst dat mensen met hobbels en bobbels geen goede bijdragen kunnen leveren aan de maatschappij”, zegt Charlot Boonekamp van ASSA ABLOY. Het bedrijf neemt mensen aan op karakter en niet op papieren. “We kijken of ze bij het bedrijf passen en de juiste intenties hebben. We hebben interne opleidingen om de medewerkers door te laten groeien. Iedereen heeft waarde en die willen we goed inzetten”, aldus Boonekamp. De leidinggevenden krijgen een cursus in omgaan met mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. “Belangrijk daarbij is dat je uitgaat van de juiste intenties van de werknemer. Bovendien zijn het echt niet alleen mensen waar veel mee is, een tijd werkloos of arbeidsongeschikt zijn kan ook al voor afstand zorgen. En dan is er een grote groep hoogopgeleide vluchtelingen van wie het diploma hier niet geldig is. Ook die bieden we graag een baan aan.”
Renée Soetekouw (Deerns Nederland) over diversiteit op de werkvloer
Ingenieursbureau Deerns wil graag maatschappelijke verantwoordelijkheid dragen en een werkplek bieden voor iedereen. “Afkomst maakt hier niet uit, als je de juiste kennis en vaardigheden hebt en we mogen je aannemen, dan doen we dat”, zegt HR-manager van Deerns Nederland, Renée Soetekouw. Het bureau groeide de afgelopen tijd van 180 naar zo’n 230 mensen met meer dan vijftien verschillende nationaliteiten. Soetekouw: “Het geeft een mooie dynamiek op de werkvloer als er mensen uit verschillende culturen rondlopen. We willen graag een afspiegeling zijn van de maatschappij. Dat is best lastig, omdat we alleen werk hebben voor hoger opgeleiden. Voor veel mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt is dat niet weggelegd, maar bijvoorbeeld wel voor voormalig vluchtelingen.” Het bedrijf werkt samen met stichting UAF die vluchtelingenstudenten een werkplek biedt. “We hebben via UAF al een paar stagiaires gehad. Eén ervan wilde meer richting bouwkunde, een ander ging doorstuderen en een derde is aangenomen”, zegt Soetekouw. Ze zou er wel meer aan een baan willen helpen, maar de meeste vluchtelingen zitten niet rond de steden waar Deerns kantoren heeft. Het bureau biedt ook taalcursussen aan, want al gaat er veel in het Engels, Nederlands is en blijft de voertaal.
Wilco van Oosten (Inbo) over Berlijnplein in Utrecht
Berlijnplein in Leidsche Rijn Centrum verandert de komende jaren van een plein met tijdelijke paviljoens naar een cultuurhart met permanente circulaire en duurzame gebouwen en buitenruimte. Hier komt een mix van cultuur, welzijn, onderwijs en innovatieve ondernemers. “De gemeente Utrecht steekt haar nek uit door dit in co-creatie met cultuurmakers, buurtbewoners en een heel divers consortium te realiseren”, zegt Wilco van Oosten van Inbo. De partijen leggen zich voor twintig jaar vast. Samen maken zij een cultuurhart van vooral hout, losmaakbare en tweedehands materialen, die later een nieuw leven kunnen krijgen, maar tussentijds Berlijnplein een andere aanblik geven. Daarnaast is er veel ruimte voor het opwekken van energie door zonnepanelen en stroomt lucht op een natuurlijke manier door de gebouwdelen. “We hebben een drager ontworpen als element dat de aanpasbare bouwdelen verbindt. De drager nodigt uit tot gemeenschappelijk gebruik door buurtbewoners, cultuurmakers en ondernemers”, zegt Van Oosten. Het consortium Pleinmakers dat Berlijnplein gaat omvormen, staat onder leiding van Vink Bouw en bestaat uit deskundigen in theatertechniek, duurzaam bouwen en circulariteit. Daarom zitten er verschillende architectenbureaus in, waaronder Inbo. “Wij doen mee, omdat we co-creatie mooi vinden. We willen in deze proeftuin meer ontdekken over circulair, biobased en losmaakbaar bouwen en het is gewoon een gaaf project”, besluit Van Oosten.
Alex Hesling (Kuijpers) over renovatie hoofdkantoor provincie Zuid-Holland
Het hoofdkantoor van de provincie Zuid-Holland, naar ontwerp van architect Frits Peutz, stamt uit 1975. In de loop der jaren zijn er verbeteringen aangebracht, maar het gebouw was oud en donker. De provincie wilde een energieneutraal hoofdkantoor en besloot het pand te behouden. “Dat is al heel circulair, zeker met de wens om zo veel mogelijk materialen opnieuw toe te passen.. De hardhouten kozijnen bleken geschikt voor drievoudig glas. We wilden het dak optillen voor meer licht, maar er zat asbest in, dus het moest weg. De keuze viel op een nieuwe derde verdieping met hergebruik van delen van de staalconstructie”, zegt Alex Hesling van Kuijpers. Een deel van de luchtbehandelingsinstallaties is hergebruikt, een aantal was echt op. De door Peutz ontworpen wandlampen kregen nieuwe fittingen met ledlampen erin. “De ambtenaren kunnen de lampen op hun werkplek en de verwarming daar zelf met hun smartphone bedienen. Dat is goed voor de bewustwording en bespaart materiaal, want daar zijn geen knoppen meer voor nodig”, aldus Hesling. Mooi aan deze renovatie vond hij de samenwerking met de provincie: “Die was open en behulpzaam. Gaandeweg moesten we oplossingen bedenken. Je moet elkaar vinden en de beste weg zoeken, al kost dat tijd en geld. Het succes van circulariteit valt of staat met goede samenwerking.
Timo Stuij (De Vries en Verburg) over de nieuwe duurzame parkeervoorziening
De Vries en Verburg gaat uitbreiden en daarom is er meer parkeergelegenheid en opslagruimte nodig. De kantooruitbreiding wordt gecertificeerd volgens BREEAM-NL, deze parkeervoorziening niet, maar die is straks wel duurzaam en circulair. De staalconstructie is nieuw, omdat een donorstaalskelet niet te vinden was. “Dat was er niet in deze vorm en dan kost het veel tijd om het geschikt te maken. De nieuwe staalconstructie komt van Circulairstaal, heeft zo min mogelijk kop- en voetplaten en is volledig demontabel. Hiervoor maakt Alba Concepts een berekening van de losmaakbaarheidsindex”, zegt Timo Stuij van De Vries en Verburg. De vloeren zijn demontabel en de gevel is bekleed met sloophout. “Dat komt van onze partner Bnext, voorheen Beelen. Die koppelden we aan 50/50, waar mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt werken. Zij maken in hun werkplaats de elementen voor de gevel, die daarna op de bouwplaats worden gemonteerd”, zegt Stuij. De bouwvoorbereidingen zijn in volle gang. Op het dak komt parkeergelegenheid en daaronder een opslag voor bouwmaterieel. “Het is wel zo gemaakt dat een eventuele volgende koper het gebouw kan veranderen in een tweelaagse parkeervoorziening, wanneer wij deze ruimte niet meer nodig hebben”, aldus Stuij.