Ga zo snel mogelijk aan de slag met netto nul CO₂ in de bouw
De omslag van het denken in duurzame energiebronnen naar bouwen binnen het CO₂-budget gaat razendsnel. Maar nog niet snel genoeg om de klimaatdoelen van Parijs te halen. “Terwijl biobased bouwen vaak mooiere kwaliteit bouw en een gezonder binnenklimaat oplevert”, zegt Jeroen Pels van Triodos Bank. “We moeten gewoon aan de slag”, reageert Constantijn Berning van EDGE Technologies.
Pels is directeur Private Banking & Hypotheken bij Triodos bank en #BuildingLife ambassadeur bij DGBC en Berning is Executive Development Director bij EDGE Technologies en lid van de Programmaraad Paris Proof. Beiden werken aan een duurzamere wereld vanuit hun eigen rol. Pels vanuit zijn rol als beleggings- en private banking dienstverlener en hypotheekverstrekker in de woningbouw van onder andere de biobased hypotheek en Berning als ontwikkelaar van voornamelijk kantoren met de duurzaamste signatuur.
Groene bouwprincipes
EDGE heeft als vooruitstrevende partij meegeschreven aan de tien groene bouwprincipes van het World Economic Forum (WEF). “Daarin staat hoe je kunt toewerken naar een netto nul CO₂-uitstoot. Daar moeten partijen zelf een praktische invulling aan geven en daar zit meteen de uitdaging: iedereen heeft een eigen methodiek. Dat verschilt per bedrijf, per land, per sector. Wij hebben te maken met het Verenigd Koninkrijk, met Nederland en met Duitsland. Net als dat BREEAM-NL nu redelijk standaard is voor het meten van duurzaamheid op gebouwniveau, zou je ook moeten kiezen voor één methodiek om je CO₂-voetafdruk te bepalen”, zegt Berning.
De helft van de emissies over de hele levensduur van een gebouw zit in de bouwfase. Het is dus geen optie meer om te bouwen met materialen die in de productiefase volop CO₂ uitstoten, zoals beton, staal en steenwol. Hoewel de omslag van denken in duurzame energiebronnen naar duurzame materialen en netto nul CO₂-uitstoot hard gaat, zien de twee koplopers nog wel wat obstakels. “Wij hebben het als ontwikkelaar nog relatief makkelijk en kunnen aan de slag. Als belegger kun je niet ineens je hele portefeuille omgooien. De bouwprincipes kunnen hierbij helpen, maar je kunt ook veel van elkaar leren, praktijkervaringen uitwisselen en een nieuwe doelstelling meegeven aan het ontwerpteam. Hierdoor stimuleer je innovatie in het ontwerpteam en de hele keten. Vraag rond of er al beton is zonder cement, er zijn genoeg partijen die het leuk vinden om dat uit te zoeken”, zegt Berning.
Pels vult aan: “Het is nog erg zoeken naar de juiste bouwoplossingen en -concepten, wij merken dat tenders en pakketten van eisen het voor duurzame ontwikkelaars soms lastiger maakt om tegelijkertijd vooruitstrevend en competitief te zijn. Wij kijken hoe zo duurzaam mogelijk ook financieel aantrekkelijk te maken is. We willen dat maximaal oprekken en richten ons als hypotheekverstrekker op de gebruiker van het pand. Als je aan de vraagkant de ‘Total Cost of Ownership’ verbetert, biedt dat de ruimte om in het aanbod hoogwaardiger te bouwen. Bij het bepalen van onze normen, proberen we de lat hoog maar haalbaar te leggen, en scherpen dit periodiek aan.” “Bovendien zijn de milieudatabanken nu al achterhaald. Vooruitstrevende producten voldoen nu niet volgens die gegevens, terwijl ze wel fors kunnen bijdragen aan een duurzamere bouw”, voegt Berning toe.
Boeren kunnen helpen
Pels ziet in de weg naar netto nul CO₂-uitstoot ook een rol weggelegd voor de landbouwsector. “De MilieuPrestatie voor Gebouwen voldoet nu niet, je moet nog duurzamere producten gebruiken. De CO₂-opslagcapaciteit en de (hoogwaardige) circulariteit wordt nu nog onvoldoende meegenomen. Daarom hanteert Triodos Bank bij de biobased hypotheek niet alleen de standaard MilieuPrestatie Gebouwen, maar ook de bepaling zoals die door DGBC is vastgesteld. Een omslag is nodig, dit biedt ook perspectief als we kijken naar de landbouwproductie vanwege de stikstofuitstoot. Als de boeren producten gaan verbouwen om mee te bouwen en te isoleren, zoals stro en olifantengras, dan snijdt het mes aan twee kanten. Je hebt daar wel de boeren en de afnemers voor nodig en de bouwsector natuurlijk, want die moet meer van die producten gaan gebruiken. Bovendien kunnen normeringen en de juiste prijsprikkels zorgen voor het eerlijk prijzen van vervuilende en juist duurzame producten. Wij willen die partijen in de markt aan elkaar verbinden. Dat heeft ook potentie naar de toekomst als er een miljoen woningen bij moeten komen. Het is geen duizenddingendoekje, het lost het landbouwprobleem natuurlijk niet even op, maar zo zetten we met elkaar wel mooie stappen.”
“Je ziet partijen opstaan met creatieve ideeën. Wij maken intern een databank met wat er is aan biobased materiaal in de markt. In het Verenigd Koninkrijk eisen grote beleggers al dat je dat soort producten gebruikt in de bouw, maar hier speelt dat nog minder”, zegt Berning. Pels: “De markt kiest al voor deze producten, maar komt nu niet ver. De kopgroep wil wel, maar het peloton bepaalt te veel het tempo.” Beide partijen zijn het erover eens dat het Rijk hier een stimulerende rol kan spelen, maar dat ook de voorwaarden in aanbestedingen meer aanmoedigingen mogen bevatten. Berning: “De grondprijs is berekend op een hoogwaardige bouw. Vaak zie je al wel dat het klimaatadaptief moet zijn, maar er staat nog te weinig over biobased en netto nul CO₂-uitstoot.”
Veel functies op het dak
Verder komen er steeds meer eisen aan gebouwen. Het dak is bijvoorbeeld nodig als buitenruimte, plek voor meer biodiversiteit, waterberging en om hittestress tegen te gaan, waardoor er weinig ruimte overblijft voor zonnepanelen. “Die functie moet dus naar de gevel. Je moet een doel stellen om meer partijen aan de slag te laten gaan met dit soort innovaties. En wij proberen dat vanuit onze rol als ontwikkelaar te stimuleren”, zegt Berning.
Pels is daar vanuit zijn rol ook mee bezig: “Wij bieden particuliere collectieve opdrachtgevers workshops aan om ze te leren wat er op hen af komt en hoe ze hier mee om kunnen gaan. Schoonschip is een duurzame wijk op het water met maar één aansluiting op het elektriciteitsnet bijvoorbeeld, verder is het zelfvoorzienend. En houtbouw. We moeten af van de vooroordelen en meer kijken hoe je wil wonen. Ik bouw nu een huis van hout en de omgeving was sceptisch, maar nu komen mensen binnen, zeggen ze dat het lekker ruikt, de akoestiek is ook heel prettig. Bovendien heb je dan een goede kwaliteit en een gezonder binnenklimaat.”
Haalbaarheid onder druk
Berning spreekt van een spannende tijd: “De haalbaarheid van veel bouwplannen staat onder druk door hogere bouwkosten, toenemende inflatie en een hoger aanvangsrendement bij investeringen. Belangrijke duurzaamheidsdoelen komen hierdoor in de knel. Gemeenten kunnen daar iets aan doen door hun grondbeleid hierop aan te passen, anders ijlt dat nog jaren na. Zij moeten snel reageren, anders valt de bouw straks stil.” Pels: “Sommige duurzame toepassingen blijven nu uit aanbestedingen om meer kans te maken, terwijl die juist in een lokaal afwegingskader bonuspunten moeten krijgen omdat ze de bouw binnen het CO₂-budget houden. De bouwprincipes waar we het eerder over hadden geven daar wel richting aan, maar zitten meer aan de instrumentele kant.” Berning: “Daar staat wel iets over in dat je met alle betrokken partijen de belangen moet inventariseren om met elkaar de emissies te verminderen, maar is nog te algemeen. De overheid moet echt stevige richtlijnen neerzetten om verdere verduurzaming vooruit te helpen.” Pels: ”Eens, want je komt in de knel. Nu zie je dat kaders nog veelal gericht zijn op conventioneel bouwen en dat duurzame toepassingen kunnen leiden tot een prijsopdrijvend effect door bijvoorbeeld gerelateerde grondprijzen, dat zou andersom moeten werken.”
Als voorbeeld van hoe het wel kan noemen beiden het hoofdkantoor van Triodos bank, waar EDGE als ontwikkelaar optrad. “Dat heeft veel ingrediënten voor netto nul strategie en daar is goed over nagedacht. Het moeilijkste was het laatste stukje van de CO₂-voetafdruk omslaan. Vandaag de dag krijg je dat niet op nul en moet je ergens anders compenseren. De regels zijn nu te ingewikkeld om dat in de buurt van het project op te slaan en het liefst wil je het juist lokaal op een goede manier doen”, zegt Berning. Pels: “Klopt, bijvoorbeeld bij ons kantoorgebouw zie je dat we de compensatie ook lokaal hebben toegepast en daarmee ook lokaal die waarde toevoegen. Natuurinclusief bouwen past bij het creëren van een gezonde leefomgeving.”
DGBC werkt samen met de World Green Building Council (WGBC) en diverse andere Europese Green Building Councils aan het project #BuildingLife. Het doel van de samenwerking is om op Europees vlak toe te werken naar een zogenaamde Whole Life Carbon Aanpak en naar netto nul CO₂-uitstoot in de bouw. In Nederland tekenden al 52 organisaties de intentieverklaring waarin zij aangeven zich te richten op het bereiken van netto nul CO₂-uitstoot in de bouw. #BuildingLife helpt deze organisaties om deze aanpak in de praktijk te brengen.
De tien groene bouwprincipes van het World Economic Forum en EDGE:
1. Bereken een robuuste CO₂-voetafdruk van jouw portefeuille in het meest recente representatieve jaar om doelstellingen te bepalen.
2. Stel een streefjaar vast om uiterlijk in 2050 CO₂-neutraal te zijn en een tussentijdse doelstelling om tegen 2030 ten minste vijftig procent van deze uitstoot te verminderen.
3. Meet en registreer materiaalgebonden emissies van nieuwe ontwikkelingen en grote renovaties.
4. Maximaliseer emissiereducties voor alle nieuwe ontwikkelingen en grote renovaties in de pijplijn om ervoor te zorgen dat de CO₂-uitstoot (operationeel en materiaalgebonden) tegen het geselecteerde definitieve doeljaar wordt geleverd.
5. Stimuleer energie-optimalisatie voor zowel bestaande activa als nieuwe ontwikkelingen.
6. Maximaliseer de levering van hernieuwbare energie op locatie.
7. Zorg ervoor dat honderd procent energie wordt ingekocht uit hernieuwbare bronnen, indien beschikbaar.
8. Ga in gesprek met belanghebbenden met wie u invloed heeft in uw waardeketen om de Scope 3-emissies te verminderen.
9. Koop hoogwaardige CO₂-compensaties om de resterende uitstoot te compenseren.
10. Samenwerken met belanghebbenden om gezamenlijke inspanningen te identificeren en de kosten en baten van interventies eerlijk te delen.
Het is belangrijk om de urgentie van actie te blijven benadrukken en dat hoewel de streefdatum van 2050 doelbewust is vastgesteld om in lijn te zijn met de Race to Zero, het absoluut noodzakelijk is om zo ambitieus mogelijke doelen vast te stellen.