Knarrenhof: anders wonen, zorgen en samenleven
Foto's: Rufus de Vries
Koop en huur mixen we als hagelslag in de hofjes.
Peter Prak
Wat begon met een stel kritische vragen en een lokaal burgerinitiatief, groeide in tien jaar uit tot een landelijke beweging voor anders wonen, zorgen en samenleven. De eerste ‘krasse knarren’ verenigden zich in 2011 in Zwolle en lieten zelf een Knarrenhof bouwen. Nu willen ook twintigers wonen in zo’n hedendaagse hofje voor en door burgers.
Peter Prak, initiatiefnemer van Stichting Knarrenhof: “De mensen die bij ons komen, weten wat ze willen maar niet precies hoe ze dat vanuit het Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) kunnen bereiken. Een professionele begeleider vormt en volgt de groep van begin tot eind. Na oplevering van de woningen blijft de Wooncoöperatie van Knarrenhof betrokken als belangenbehartiger.” Hagelslagmix
De stichting streeft naar koopwoningen tegen kostprijs door lage winstpercentages en een deel sociale huurwoningen. Waarom die keuze? “Koop en huur mixen we als hagelslag in de hofjes. De bevolking groeit en de polarisatie neemt toe. In dorpen zie je dat over het algemeen minder, omdat men elkaar kent. Een Knarrenhof is als een klein dorpje, we creëren nieuwe netwerken”, legt Prak uit.
De flexibele en levensloopbestendige woningen zijn geschikt voor meerdere doelgroepen. Gemiddeld zijn mensen 62 jaar als ze zich inschrijven voor een Knarrenhof. Twintigers zien de nieuwe woonvorm ook zitten. In Uden, Katwijk en Marum starters en knarren straks in hetzelfde hofje. “Een ‘Meergeneratiehof’ is een natuurlijke afspiegeling van de samenleving en maakt het systeem robuuster. Over tien jaar is er nog steeds iemand die de dakgoot kan schoonmaken”, licht Prak toe. Andere varianten zijn het ‘Heldenhof’ voor mensen met een beperking en het ‘Hof van Herinnering’ voor mensen met dementie.
Gemeenschap beslist
De basisingrediënten voor ieder Knarrenhof staan in het gezamenlijk geformuleerde Programma van Wensen en Eisen. “Dat helpt enorm om te toetsen of een ontwerpvoorstel binnen het concept past”, zegt Trude de Vroomen, architect en partner bij Inbo architecten. “Maar de gemeenschap beslist. Mensen bepalen zelf tot in detail hoe hun leefomgeving eruitziet, van het formaat woningen tot aan de kleur bakstenen. Via bijeenkomsten en enquêtes vragen we naar hun voorkeuren. Dan is het ‘meeste stemmen gelden’. We gaan al vroeg met welstand in gesprek over architectuurstijlen en beeldkwaliteit, om te zorgen dat ieder voorstel door de aspirant-bewoners en de gemeente wordt gedragen”, licht De Vroomen toe.
Kwaliteit staat voorop. “Anders hoppen mensen steeds weer door en vijftigplussers verhuizen alleen als een woning precies aan hun wensen voldoet”, zegt Prak. De Vroomen beaamt: “Het gaat vaak om de kleine dingen. Daarom is het goed om vanuit de woning te denken en niet alleen met de buitenkant bezig te zijn. We leren ook veel van ervaringen van de huidige bewoners. Ze vertellen bijvoorbeeld dat de stripstalen balustrades op de galerij hen een veiliger gevoel geven dan een glazen afscheiding.”
Eenzaamheid tegengaan
Knarrenhof zoekt naar de optimale balans tussen eigen en gedeelde voorzieningen. De Vroomen schetst: “Vanuit de hoftuin lopen bewoners zó naar de gemeenschappelijke berging voor een hark en een schop. Zelfs auto’s willen mensen delen, zeker als ze weten met wie.” Prak vult aan: “Middenin het Zutphens hofje zou een grote parkeerplaats komen. De Groenlinks-wethouder zorgde voor lagere parkeernormen. Het resultaat: elektrische deelauto’s en een park.”
Het hofhuis en de tuin kunnen ook toegankelijk en waardevol zijn voor de buurt. Prak: “Het zoemt en borrelt van activiteiten. In Zwolle zijn buurtbewoners vaak van de partij bij eetclubs, exposities en concerten.” De Vroomen vult aan: “In coronatijd zong een koor in de tuin en mensen luisterden mee vanaf hun eigen terras. Ze konden samen iets ondernemen zonder bang te zijn voor hun gezondheid. Juist toen toonde Knarrenhof haar sociale meerwaarde en werd zichtbaar hoe deze woonvorm eenzaamheid tegengaat.”
Natuurinclusief
“Verduurzaming is nog te technologisch en materiaalgedreven. Kwaliteit, ruimtegebruik, ecologie en vooral sociale duurzaamheid krijgen te weinig aandacht”, vindt Prak. Vogelaar en voormalig IVN-bestuurslid Prak maakt van duurzaam en natuurinclusief bouwen de norm bij Knarrenhof. “Alle erfafscheidingen zijn natuurlijk, er zijn vogelhuizen en -vides, vleermuizenkasten en insectenhotels. Elk gebouw hoger dan negen meter bevat gierzwaluwstenen. Ieder Knarrenhof heeft een gemeenschappelijke tuin. Eén hof heeft een groene gevel. Dat dempt geluid, koelt het gebouw, huisvest vogels en insecten en vormt een mooier uitzicht.”
Prak vervolgt: “Alle hofjes beschikken over een gezamenlijk energiesysteem en bodemwarmtepompen. Koelen is wezenlijk voor seniorenwoningen en voor het klimaat is het essentieel dat dit duurzaam gebeurt. We passen ook hergebruikte materialen toe.” De Vroomen droomt van een circulair hof: “Knarrenhof is nu vooral gericht op sociale duurzaamheid; fysieke duurzaamheid verder brengen is de volgende stap. Mijn wens is om samen met een groep bewoners een circulair voorbeeldproject te ontwikkelen. Je moet het ook gewoon doen.”